Cursus tijdvakken: Tijdvak 8 (Burgers & Stoommachines) + KA's

Tijdvak 8: Burgers en Stoommachines
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Tijdvak 8: Burgers en Stoommachines

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

KA's tijdvak 8
Kenmerkende aspecten:
  • de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
  • de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
  • opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme, feminisme
  • voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces
  • de opkomst van emancipatiebewegingen
  • discussies over de sociale kwestie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De industriële revolutie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Engeland
rond 1700



  • Machtig land met een enorm groot rijk dat zich over de hele wereld uitstrekte.
  • De bevolking van Engeland groeit, hierdoor is er meer kleding nodig.
  • Veel kleding wordt gemaakt van katoen, dat door slaven op plantages wordt geplukt, en wol.

Het Britse Rijk omstreeks 1700

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Stoommachine
rond 1764 




  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Veranderingen door 
de stoommachine 




  • Leegpompen van mijnen, waardoor je dieper de grond in kunt (grondstoffen)
  • Oude energiebronnen (wind-, spier- en waterkracht) worden langzaam vervangen
  • Stoommachine is overal te plaatsen, niet alleen aan het water







Doordat de vraag naar delfstoffen (ijzer en steenkool voor de machines) sterk toenam, moest er steeds dieper worden gegraven. Met stoommachines werd het grondwater weggepompt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Industriële Revolutie
1750-1900




  • Door de komst van de machines verandert de manier waarop mensen produceren: van handmatig naar machinaal
  • De verandering noemen we de Industriële Revolutie









Niet alleen de manier van produceren verandert enorm: ook de komst van stoomtreinen brengt grote veranderingen in het vervoer van mensen en goederen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oefenvraag
Wat?
Je samenvattingsboek op blz. 20. Vraag oefenexamen 2013 tijdvak 1 - vraag 18
Hoe?
Individueel
Hoe lang?
7 minuten
En dan?
Klassikaal bespreken

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Imperialisme

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Humanitair: vergeet nationalisme niet uit te leggen: de landen die een kolonie hadden in Afrika, zagen zichzelf als beter en hun cultuur moest verspreid worden onder de inheemse bevolking

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Vergeet nationalisme niet uit te leggen. Spotprent: Belgen zagen zichzelf als 'beter' of 'geciviliseerder'

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Politieke stromingen en emancipatie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waarom ontstaan politieke partijen?
  • Katholieken voelen zich achtergesteld. Zij strijden voor emancipatie: gelijke rechten als protestanten
  • Socialisten willen de sociaal zwakkeren helpen
  • Protestanten: tegen de ideeën van de liberalen (of katholieken)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Verzuiling
Een maatschappij waarin iedereen 'in zijn eigen bubbel' leeft
  • Katholieken
  • Protestanten
  • Socialisten
  • Liberalen
  • Deze gingen niet (of weinig) met elkaar om

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat ging eraan vooraf?
1919: Algemeen kiesrecht wordt ingevoerd
  • Mannen en vrouwen (25 jaar of ouder) mogen stemmen in de politiek

Iedereen maakte zich hard voor de eigen partij
  • Zo ontstonden de politieke stromingen (liberaal, sociaal, katholiek, protestants)
  • Mensen begonnen zich in grote groepen te verenigen -> verzuiling

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De Katholieke geitenfokkerij

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat/wie?
Socialisten /sociaal-democraten
Protestanten
Rooms-Katholieken
Liberalen
Rol overheid
Beschermen van de armen
Actief
"Goede christenen helpen elkaar"
Passief
"Goede christenen helpen elkaar"
Passief
Nachtwakersstaat
Passief
Progressief of conservatief
Progressief (voor verandering)
Progressief
Conservatief
Conservatief
(behoudend)
Links of rechts
Links
Centrum
Centrum
Rechts
Oorsprong van ideeën
Karl Marx - Das Kapital
Bijbel (Joods-christelijke traditie)
Bijbel (Joods-christelijke traditie)
Paus
Adam Smith - Wealth of Nations
Partij (toen)
SDAP: Sociaal Democratische Arbeiders Partij
ARP: Anti Revolutionaire Partij (eerste partij van Nederland)
RKSP: Rooms Katholieke Staatspartij
Liberale Unie

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De sociale kwestie

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Het 'arbeidersvraagstuk'
Want hebben arbeiders eigenlijk recht op goede leefomstandigheden?
Het debat over:
  • Slechte woon- en werkomstandigheden (onveilig en onhygiënisch)
  • Kinderarbeid
  • Hongerlonen
  • Werkloosheid

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Het vraagstuk
1860: 500.000 kinderen werkten in fabrieken
  • Bevolking van Nederland: net 5.000.000
Ca: 1860: onderzoeken door de overheid tonen aan dat de werkomstandigheden onveilig zijn
  • Er komt een tegengeluid
  • Liberale regeringen die tegen kinderarbeid waren (o.a Samuel van Houten: Kinderwetje van Van Houten)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke personen op een rijtje:
  • Samuel van Houten: 1874 voerde hij de Kinderwet in. Kinderen onder de 12 jaar mogen niet werken
  • Ferdinand Domela Nieuwenhuis: was predikant, maar nam hier afstand van om de mensen te helpen.  Van dominee tot anarchist. Sociaal-Democratische Bond
  • Pieter Jelles Troelstra: SDAP: de arbeiders moesten beschermd worden tegen kapitalisme

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Even testen...

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Welke uitleg past het best bij; 'monarchie'?
A
Staatsvorm waarbij de macht van de vorst is vastgelegd in de grondwet
B
Land met een gekozen president
C
Land met een koning of koningin
D
Vorm van bestuur waar het staatshoofd door de bevolking wordt gekozen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitleg past het best bij; 'afzetgebied'?
A
Gebied dat is afgezet door koloniale overheersers
B
Gebied waar goederen worden geproduceerd
C
Gebied waar de koning is afgezet
D
Gebied waar goederen worden verkocht

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Bij het begrip 'constitutionele monarchie' hoort de uitleg: "een politiek systeem waarbij een land wordt bestuurd door een machtige koning"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welk begrip past het best bij de uitleg: "Een stroming die ernaar streeft om godsdienstige overtuigingen binnen de politiek ten uitvoer te brengen"
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Nationalisme
D
Liberalisme

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welk begrip past het best bij de uitleg: "De discussie omtrent de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders in de 19e eeuw in de steden"
A
Sociale kwestie
B
Schoolstrijd
C
Arbeidersstrijd
D
Verzuiling

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Bij het begrip "socialisme" hoort de uitleg: "Een politieke ideologie die een grote vrijheid voor individuele mensen voorstaat en wil dat de overheid zich met weinig zaken bemoeit."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Bij het begrip "algemeen kiesrecht" hoort de uitleg: "Het recht om jezelf verkiesbaar te stellen"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

Je mag stemmen. Jezelf verkiesbaar stellen is iets anders
Welk begrip past het best bij de uitleg: "Het uiteenvallen van verzuiling in een samenleving"
A
Secularisatie
B
Verzuiling
C
Ontzuiling
D
Globalisering

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitleg past bij het begrip: "algemeen kiesrecht"?
A
Kiesrecht dat afhankelijk is van te betalen belasting
B
Het recht van alle volwassen burgers om te stemmen
C
Het recht van alle volwassen mannelijke burgers om te stemmen
D
Het recht om jezelf verkiesbaar te stellen

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Welk begrip past bij de uitleg: "De grote verandering van de samenleving waarbij men overging van het handmatig naar het machinaal produceren van goederen"
A
Industriële revolutie
B
Arbeidersrevolutie
C
Agrarisch

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Bij het begrip "Spoorwegstaking van 1903" hoort de uitleg: "Staking van arbeiders in 1903 omdat ze het niet eens waren met de grootschalige uitbreiding van de spoorwegen"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Bij het begrip "stoommachine" hoort de uitleg: "Machine die door electriciteit wordt aangedreven"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Bij het begrip "Parlement" hoort de uitleg: "Door de overheid gekozen vertegenwoordigers die met de regering een staat besturen"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitleg past het best bij het begrip: "Schoolstrijd"?
A
Wedstrijd tussen alle middelbare scholen in de jaren '20 van de 20ste eeuw om te kijken wie de beste school was
B
Politieke strijd in de 19e en 20ste eeuw over de vraag of vrouwen ook naar school mochten gaan
C
Politieke strijd in de 19e en 20ste eeuw over de financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs
D
Wedstrijd om te kijken waa de beste leerlingen van Nederland op school zaten

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions