Les 9 - 8.5A

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen: 'vergrotingsfactor en oppervlakte'

Nieuwe onderwerp: 'vergrotingsfactor en inhoud'
Leg je rekenmachine klaar

1 / 38

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen: 'vergrotingsfactor en oppervlakte'

Nieuwe onderwerp: 'vergrotingsfactor en inhoud'
Leg je rekenmachine klaar

Slide 1 - Slide

De oppervlakte van een figuur is na vergroting 54 keer zo groot. Wat is de vergrotingsfactor?
Vul alleen het getal in en rond af op één decimaal

Slide 2 - Open question

De oppervlakte wordt 54 keer zo groot.

De vergrotingsfactor is dan

\sqrt ​ 54 ​ ​ ​ = 7, 3

Slide 3 - Slide

De oppervlakte van een figuur is na vergroting 266 keer zo groot. Wat is de vergrotingsfactor?
Vul alleen het getal in en rond af op één decimaal

Slide 4 - Open question

De oppervlakte wordt 266 keer zo groot.

De vergrotingsfactor is dan

\sqrt ​ 266 ​ ​ ​ = 16, 3

Slide 5 - Slide

Rechthoek 2 is een vergroting van rechthoek 1.

De oppervlakte van rechthoek 1 is 6 𝑐𝑚²
De oppervlakte van rechthoek 2 is 54 𝑐𝑚²
Wat is de vergrotingsfactor? Vul alleen het getal in

Slide 6 - Open question

\frac{​ 5 4 ​ ​}{​ 6 ​} = 9

k = \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

De oppervlakte wordt keer zo groot

De vergrotingsfactor is dan

Slide 7 - Slide

\frac{​ 5 4 ​ ​}{​ 6 ​} = 9

k = \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

De oppervlakte wordt keer zo groot

De vergrotingsfactor is dan

Slide 8 - Slide

Rechthoek 2 is een vergroting van rechthoek 1.

De oppervlakte van rechthoek 1 is 15 𝑐𝑚²
De oppervlakte van rechthoek 2 is 303,75 𝑐𝑚²
Wat is de vergrotingsfactor? Vul alleen het getal in

Slide 9 - Open question

\frac{​ 3 0 3 , 7 5 ​ ​}{​ 1 5 ​} = 20, 25

k = \sqrt ​ 20, 25 ​ ​ ​ = 4, 5

De oppervlakte wordt keer zo groot

De vergrotingsfactor is dan

Slide 10 - Slide

\frac{​ 5 4 ​ ​}{​ 6 ​} = 9

k = \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

De oppervlakte wordt keer zo groot

De vergrotingsfactor is dan

Slide 11 - Slide

Nieuwe onderwerp:

vergrotingsfactor en inhoud (8.5A)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

inhoud

Slide 19 - Slide

inhoud

Slide 20 - Slide

inhoud

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Een balk van 1 cm³ wordt vergroot. De vergrotingsfactor is 4. Hoeveel cm³ is de vergrootte balk?

Slide 23 - Open question

k = 4

k^{​ 3 ​ ​} = 4^{​ 3 ​ ​} = 64

I n h o u d = 1 \cdot 4^{​ 3 ​ ​} = 64 c m^{​ 3 ​ ​}

I n h o u d = 1 \cdot 64 = 64 c m^{​ 3 ​ ​}

Slide 24 - Slide

Een balk van 2 mm³ wordt vergroot. De vergrotingsfactor is 6,5. Hoeveel mm³ is de vergrootte balk?

Slide 25 - Open question

k = 6, 5

k^{​ 3 ​ ​} = (6, 5)^{​ 3 ​ ​} = 274, 625

I n h o u d = 2 \cdot 274, 625 = 549, 25 m m^{​ 3 ​ ​}

I n h o u d = 2 \cdot 6, 5^{​ 3 ​ ​} = 549, 25 m m^{​ 3 ​ ​}

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Bamboelamp B heeft een inhoud van 600 cm³. Bamboelamp C is een vergroting van lamp B met vergrotingsfactor 1,6.

Bereken de inhoud van lamp C in cm³.

Slide 29 - Open question

Bamboelamp B heeft een inhoud van 600 cm³. Bamboelamp C is een vergroting van lamp B met vergrotingsfactor 1,6.

Bereken de inhoud van lamp C in cm³.

Slide 30 - Slide

Bamboelamp B heeft een inhoud van 600 cm³, een hoogte van 25 cm er driehoekige zijkanten met oppervlaktes van 150 cm². Lamp A is een verkleining van lamp B met vergrotingsfactor 0,7.
Bereken van lamp A de hoogte?

Slide 31 - Open question

Bamboelamp B heeft een inhoud van 600 cm³, een hoogte van 25 cm er driehoekige zijkanten met oppervlaktes van 150 cm².

Lamp A is een verkleining van lamp B met vergrotingsfactor 0,7.
Bereken van lamp A de hoogte?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Open question

Bamboelamp B heeft een inhoud van 600 cm³, een hoogte van 25 cm er driehoekige zijkanten met oppervlaktes van 150 cm². Lamp A is een verkleining van lamp B met vergrotingsfactor 0,7.

Bereken van lamp A de oppervlakte van één driehoekige zijkant?

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Open question

Bamboelamp B heeft een inhoud van 600 cm³, een hoogte van 25 cm er driehoekige zijkanten met oppervlaktes van 150 cm². Lamp A is een verkleining van lamp B met vergrotingsfactor 0,7.

Bereken van lamp A de inhoud?

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Ik snap het rekenen met de vergrotingsfactor en de inhoud

😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Les 9 - 8.5A

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Poll

More lessons like this

Omtrek, oppervlakte en inhoud, 2F

7.5 oppervlakte vergroten

vergrotingsfactor

8.4 vergroting oppervlakte

6.2 vergroting oppervlakte

H7.5 Vergrotingsfactor oppervlakte

Les 9 - 8.5A

8.5 Oppervlakte en inhoud vergroten