CE GT_2014_TV2 (tekst 1)

Welk kopje past het beste bij de inhoud van alinea 2?
A
Burgerinitiatief
B
Lymepatiënten
C
Slopende ziekte
D
Tweede Kamer
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welk kopje past het beste bij de inhoud van alinea 2?
A
Burgerinitiatief
B
Lymepatiënten
C
Slopende ziekte
D
Tweede Kamer

Slide 1 - Quiz

Welk kopje past het beste bij de inhoud van de alinea’s 4, 5 en 6?
A
Landelijk kenniscentrum
B
Nederlandse vereniging voor Lymepatiënten
C
Onbekende bacteriestammen
D
Tienduizenden chronisch zieken

Slide 2 - Quiz

Wat is het verband tussen alinea 3 en alinea 4?
A
Alinea 3 geeft een voorbeeld voor het gestelde in alinea 4.
B
Alinea 3 noemt een oorzaak van het gestelde in alinea 4.
C
Alinea 4 spreekt het gestelde in alinea 3 tegen.
D
Alinea 4 zwakt het gestelde in alinea 3 af.

Slide 3 - Quiz

“Veel huisartsen weten te weinig over de ziekte van Lyme. ‘Ze denken dat
het allemaal wel meevalt’,” (regels 65-68)

Citeer de zin uit de alinea’s 3 tot en met 5 waarin een voorbeeld van
deze uitspraak wordt gegeven.

Slide 4 - Open question

Wat is het verband tussen alinea 6 en alinea 7?
A
Alinea 6 geeft een tegenstelling met het gestelde in alinea 7.
B
Alinea 6 noemt een reden voor het gestelde in alinea 7.
C
Alinea 7 is een bevestiging van het gestelde in alinea 6.
D
Alinea 7 vormt een uitwerking van het gestelde in alinea 6.

Slide 5 - Quiz

“De vereniging heeft goede hoop in de Tweede Kamer een luisterend oor
te vinden.” (regels 126-128)

Waarvoor wil de vereniging een luisterend oor vinden?
Gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden.

Slide 6 - Open question

Hoe staat de schrijver tegenover de uitspraken van deskundigen in deze
tekst?
A
Hij gebruikt ze vooral om zijn eigen standpunten te verdedigen.
B
Hij geeft ze weer zonder verder commentaar.
C
Hij laat merken het oneens te zijn met de uitspraken.
D
Hij trekt de juistheid van de uitspraken in twijfel.

Slide 7 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van de schrijver met deze tekst?
A
adviseren
B
informeren
C
overtuigen
D
waarschuwen

Slide 8 - Quiz

Hoe kun je de inhoud van alinea 7 het beste weergeven?

In alinea 7 wordt ....
A
een advies gegeven.
B
een toekomstbeeld geschetst.
C
een waarschuwing uitgesproken
D
een wens geuit.

Slide 9 - Quiz

Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte weer van de tekst Aandacht voor de ziekte van Lyme?
A
De ziekte van Lyme kan zich ontwikkelen tot een chronische ziekte met diverse ziekteverschijnselen.
B
Er moet volgens de NVLP een kenniscentrum komen voor de ziekte van Lyme, zodat patiënten sneller en effectiever geholpen kunnen worden.
C
Huisartsen zijn volgens de NVLP te weinig op de hoogte van de ziekte van Lyme en ondernemen daardoor niet tijdig actie.
D
Jaarlijks worden steeds meer mensen ziek nadat ze een beet van een besmette teek hebben opgelopen en dat kan voorkomen worden.

Slide 10 - Quiz