Nederlands Les

H7.3 Literaire Ontwikkelingen
Les: Oceane, Enia, Stijn, Hugo, Ser en Nina
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ArabischMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H7.3 Literaire Ontwikkelingen
Les: Oceane, Enia, Stijn, Hugo, Ser en Nina

Slide 1 - Slide

Inhoudsopgave:
- 3.1 teksten en schrijvers
- 3.2 Proza van de jaren 50 en 60
- 3.3 Poëzie van de jaren 50 en 60

Slide 2 - Slide

3.1 Teksten en Schrijvers:
jaren 50
taboeonderwerpen
schrijvers

Slide 3 - Slide

wat is een taboe onderwerp in de Nederlandse literatuur in de jaren na de oorlog
A
sex
B
oorlog
C
alcohol
D
drugs

Slide 4 - Quiz

Noem een paar schrijvers

Slide 5 - Open question

Welk boek heeft Hugo Claus gemaakt?
A
het stenen bruidsbed
B
de vliegende vogel
C
het gouden ei
D
metsiers

Slide 6 - Quiz

3.2 Proza van de jaren 50 en 60
Wat is Proza?
Antihelden
Realisme

Slide 7 - Slide

Wat is het verschil tussen subjectief en objectief?

Slide 8 - Open question

Realisme
- Jaren 60
- Realistisch (subjectief)
- Historische romans en romantiek
- Jan Wolkers: realiteit jaren 60
-  Louis Paul Boon: Mijn kleine oorlog
subjectieve waarneming
chaotische werkelijkheid

Slide 9 - Slide

Wat is het belangrijkste kenmerk van het realisme? (literatuur)
A
Ooggetuigenverslag
B
Leven idealiseren
C
Chaotische werkelijkheid laten zien
D
Verhaal zo realistisch en echt mogelijk

Slide 10 - Quiz

3.3 Poëzie van de jaren 50 en 60
- Avantgardisme
- Beweging van vijftig
- Neorealisten

Slide 11 - Slide

Avantgardisme
- Jonge generatie kunstenaars, gaan met nieuwe kunstvormen experimenteren
- Expressionisten, Futuristen, en Kubisten
- Riepen vernieuwing uit

Slide 12 - Slide

Beweging van Vijftig
- Lucebert, Gerrit Kouwenaar en Remco Campert
- een groep dichters die in de jaren '50 het experiment in de Nederlandse poëzie invoerden. 
- Verzette zich tegen de vaste dichterlijke taal

Slide 13 - Slide

Neoralisten
- Uit de jaren 60 
- Hans Sleutelaar, C.B. Vaandrager, C.Buddingh, J. Bernlef en K.Schippers
- Alledaagse kon literatuur zijn

Slide 14 - Slide

Wat heeft poëzie niet altijd?
A
een Metrum
B
Versregels
C
Rijm
D
Geluidssymboliek

Slide 15 - Quiz

Waar komt neorealisme niet in terug?
A
Fictie
B
Literatuur
C
Journalistiek
D
Schilderkunst

Slide 16 - Quiz

Bij proza gaat het voornamelijk om de hoe de tekst is geschreven (de vorm)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz