Literatuurgeschiedenis jaren '50 en '60: historisch, cultureel en literair

Literatuur jaren '50/'60
Laagland cursus 13
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Literatuur jaren '50/'60
Laagland cursus 13

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je globaal de context van de literatuur in de jaren '50/ '60

Slide 2 - Slide

jaren '50 en '60?

Slide 3 - Mind map

1 Historische context

Slide 4 - Slide

Oproer in de Nederlandse Letteren
Opschudding in de jaren '50 en '60,
rebelse kunst en pornografie

Slide 5 - Slide

Einde Tweede Wereldoorlog:
Verwerking, wederopbouw en verzuiling

Slide 6 - Slide

Wat is verzuiling?

Slide 7 - Open question

Er bestonden vier ideologische zuilen. Welke?

Slide 8 - Open question

Maar vrijwel direct: Koude Oorlog (1947-1991) 
  • VS (kapitalistisch en democratisch) tegenover Sovjet-Unie (communistisch)​
  • Constante oorlogsdreiging → gevoelens van pessimisme en angst

Slide 9 - Slide

Maar ook: dekolonisatieproces
  • Einde westerse koloniale overheersing in Afrika en Azië
  • Einde langdurige periode van kolonialisme en imperialisme (moderniteit!)
  • Voorbeeld: in 1949 werd Nederlands-Indië onafhankelijk van Nederland 

Slide 10 - Slide

Leven van voor de oorlog kon niet zomaar weer worden opgepakt

  • Vele doden;
  • Enorme verwoestingen;
  • Wat in concentratiekampen was gebeurd, drong langzaam door;
  • Levensmiddelenschaarste ;
  • Woningnood 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Braafheid ten top, alles was geregeld
  • Kerk
  • Verzuiling
  • Vaste regels hoe te gedragen: eten(stijd), koffietijd, verdeling rollen, gehoorzaamheid ouders, op visite
  • Spaarzaamheid, hard werken, degelijkheid en deugdzaamheid

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Tweedeling in streven
  1. Wederopbouw:
    - restauratie vooroorlogse normen en waarden (rust, orde)
    - herstel en bijbouwen woningen en wegen
  2. Rebellerende jeugd:
    - jaren '50: jongeren gingen zich verzetten tegen 'vooroorlogse' mentaliteit en preutsheid. Tegencultuur: verlangen naar vrijheid en verandering.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Wat wordt bedoeld met het begrip 'restauratie'?
A
Het opknappen van oude historisch waardevolle gebouwen of woningen in oude wijken
B
Gedeelte van een station of trein waar je iets kunt eten of drinken
C
Herstel in de vroegere toestand
D
Het verlangen naar vrijheid en verandering

Slide 17 - Quiz

Sociaal-economisch
Vanaf jaren '60: 
  •  Jeugdcultuur schopt tegen gevestigde orde aan
  • Opkomst consumptiemaatschappij
  • Feminisme en homoseksualiteit

Slide 18 - Slide

2 Culturele context

Slide 19 - Slide

Cultureel 
Nieuw filosofisch gedachtegoed:

1. Het existentialisme van Jean-Paul Sartre
2. De kritische theorie van Theodor W. Adorno


Slide 20 - Slide

Wat is het existentialisme

Slide 21 - Mind map

Het existentialisme
  • De existentie (bestaan) gaat vooraf aan essentie (dat wat een mens is/zal worden) ;
  • De mens bestaat eerst en bepaalt dan zelf wat hij zal zijn en worden door zijn eigen keuzes;
  • Je bestaat zover je je verwezenlijkt door daden;
  • De mens heeft een vrije wil en is zelf verantwoordelijk voor zijn keuzes;
  • Sartre: God bestaat niet --> een verklaring voor de verlatenheid en angst van de mens

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Hoe zie je het existentialistisch denken terug in de huidige maatschappij?

Slide 24 - Open question

De kritische theorie
  • Maatschappij bepaalde het leven 
  • Loskomen door kritisch denken
  • Cultuurindustrie (marktwaarde moet waarde niet bepalen). 
  • Veel stromingen en richtingen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

3 Literaire ontwikkelingen

Slide 27 - Slide

Literatuur jaren '50
Literatuur jaren '60

Slide 28 - Slide

Literatuur jaren '50
  • Restauratie, verwerking oorlogstrauma’s
  • Pessimistisch wereldbeeld: de wereld is een chaos
  • Veel anti-helden in romans: slachtoffer van omstandigheden, vaak eenzaam
  • Uitdrukken van subjectief levensgevoel; veelal tegendraads


Slide 29 - Slide

Beweging van Vijftig
  • Groep dichters o.a. Lucebert, Kouwenaar
  • Vrije versvorm en soms maatschappijkritisch
  • Experiment: vorm en inhoud ontstonden tijdens het proces
  • Taal moest ontdaan worden van de betekenis
  •  Opnieuw experimenten met alle taalregels





Slide 30 - Slide

Beweging van Vijftig
  • Actieve leeshouding: alleen consumeren kan niet meer
  • Autonomie: zelfstandig taalbouwsel oftewel ‘ding’
  • Veel complexe beeldspraken
  • Veel onbegrip en verzet voor dit soort vormen van poëzie, bijvoorbeeld voor het klankgedicht Oote van J. Hanlo



Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Neorealisme
  • Tegenreactie op de Vijftigers
  • Nieuw bekijken alledaagse dingen
  • Democratisering dichtkunst
  • Zakelijke verwoording


Afbeelding: schilderij Jobstijding (1952) van Carel Willink (neorealist in de schilderkunst)

Slide 33 - Slide

Literatuur jaren '60
  • Defictionalisering: realistische beschrijving werkelijkheid
  • Autobiografische romans
  • Experimentele romans: wat is werkelijkheid en wat is verbeelding



Slide 34 - Slide

Proza
Voorbeelden:
  • De Avonden van Gerard Reve:  anti-held, beeld van jeugd na de oorlog
  • De Metsiers van Hugo Claus:  relatie met broer, abortus, schoppen tegen conventies en huichelarij

De boeken werden negatief ontvangen, niet passend bij wat Nederland nodig had, de inhoud was immoreel en vies.

Veel auteurs, isolement, eenzaamheid, hunkering naar liefde, absurde wereld , seksualiteit staat voorop,  levens- en doodsangst, pessimistisch wereldbeeld



Slide 35 - Slide