[4H] Emancipatie

Emancipatie

H8.2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Emancipatie

H8.2

Slide 1 - Slide

Welke groep was tégen de idealen van de Franse Revolutie?
A
Conservatieven
B
Liberalen

Slide 2 - Quiz

Leg uit waarom de adel conservatief was.

Slide 3 - Open question

Wat waren de doelen van
het Congres van Wenen (1814-1815)?
A
Idealen van de Franse Revolutie terug & machtsevenwicht in Europa
B
Idealen van de Franse Revolutie terug & macht van de adel versterken.
C
Idealen van de Franse Revolutie terugdraaien & machtsevenwicht in Europa
D
Idealen van de Franse Revolutie terugdraaien & macht van de adel versterken.

Slide 4 - Quiz

De Nederlandse grondwet, waardoor de koning zich moest houden aan de wet, is gemaakt door Thorbecke.
Thorbecke was een
A
Conservatief
B
Liberaal

Slide 5 - Quiz

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • een omschrijving geven van wat 'emancipatie' precies is;

  • drie groepen noemen die in de 19e eeuw in meer of mindere maten emanciperen;

  • spotprenten m.b.t. het algemeen vrouwenkiesrecht (beter) analyseren.

Slide 6 - Slide

Emancipatie

Slide 7 - Mind map

Emancipatiebewegingen
Bewegingen die streven naar de gelijkberechting van achtergestelde groepen.
(= iedereen gelijke rechten!)

Kern:
zelfbeschikkingsrecht en gelijkberechting

Slide 8 - Slide

Bedenk:
Welke groepen in de 19e eeuw werden achtergesteld in de samenleving?
(noem er tenminste twee)

Slide 9 - Open question

3 emancipatiebewegingen in de 19e eeuw:
  • Slaven: halverwege de 19e eeuw wordt de slavernij afgeschaft.

  • Vrouwen: het opkomend feminisme (voorvechters voor (meer) vrouwenrechten).

  • Arbeiders: het opkomend socialisme (politieke stroming voor de arbeidersklasse).

Slide 10 - Slide

Hoe noemen we de beweging tegen de afschaffing van slavernij?
A
Nationalisme
B
Abolitionisme
C
Absolutisme
D
Socialisme

Slide 11 - Quiz

Slaven
Abolitionisme zorgde voor de afschaffing van slavernij.
  • Slaven: halverwege de 19e eeuw wordt de slavernij afgeschaft.

  • Vrouwen: het opkomend feminisme (voorvechters voor (meer) vrouwenrechten).

  • Arbeiders: het opkomend socialisme (politieke stroming voor de arbeidersklasse).

Slide 12 - Slide

Vrouwen
Eerste feministische golf
1870

Kern van de eerste feministische golf: vrouwenkiesrecht!






Nederland had vanaf 1919 algemeen vrouwenkiesrecht.

Slide 13 - Slide

Arbeiders (1)
Verschillen tussen arm en rijk
Werden door de industriële revolutie steeds groter -> 

Er heerst grote armoede in de (grote) steden -> 

Het probleem van structurele armoede en slechte leefomstandigheden noemen we de sociale kwestie.

Slide 14 - Slide

Weet je het nog?
Leg in het kort uit waarom er door de industriële revolutie zo'n grote armoede in de steden was.

Slide 15 - Open question

Arbeiders (2)
Opkomst van het socialisme
Uitgangspunt van de socialisten:
Meer rechten voor armen en een samenleving waar iedereen zoveel mogelijk gelijk is.

Sociaaldemocraten
Communisme
Willen verandering door de politiek.
Willen verandering door revolutie!
Willen (dus) algemeen kiesrecht
Streven naar een klasseloze samenleving

Slide 16 - Slide

Arbeiders (3)
Eind 19e / begin 20e eeuw
Sociaaldemocraten zorgen voor 
sociale wetgeving:
  • afschaffing kinderarbeid
  • leerplicht
  • sociale voorzieningen (riolering, stromend water) & volkshuisvesting
EN
  • algemeen kiesrecht!

Nederland had vanaf 1917 algemeen (mannen) kiesrecht

Slide 17 - Slide