Theorie: aan elkaar of los deel 2
3. samengestelde aardrijkskundige namen, bijvoorbeeld:
Zuid-Afrika, Noord- Holland, Oost-Groningen.
4. getallen tot en met duizend, bijvoorbeeld: vijfhonderd, zevenenzestig,
driehonderdtwintig.
5. woorden met er-, daar-, hier- en waar- plus een voorzetsel, bijvoorbeeld:
erin, daarachter, hierbij, waarover.
6. twee voorzetsels die achter elkaar staan, bijvoorbeeld: achteruit, bovenop,
tussendoor.