Deviant 1F periode 3 Les 9

Lesdoel
Nevenschikkende voegwoorden en, of, maar, want, dus
Zinsvolgorde normale zin
Lesinhoud
onderwerp zoeken
persoonsvorm zoeken
zinnen aanvullen
Verhaal schijven
Presenteren


1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Lesdoel
Nevenschikkende voegwoorden en, of, maar, want, dus
Zinsvolgorde normale zin
Lesinhoud
onderwerp zoeken
persoonsvorm zoeken
zinnen aanvullen
Verhaal schijven
Presenteren


Slide 1 - Slide



 1. Het grote huis is al lang leeg.
2. Mijn vader bakt vandaag patat.
3. De stoel staat onder de tafel.
4. Vandaag pak ik mijn spullen
5. Over een jaar gaat hij naar Zuid-Amerika
6. De snoepjes zitten in mijn tas.
7. Zij geven ons de tijd.



Opdracht   Schrijf de onderwerpen op
Voorbeeld
Jaap en Piet komen vandaag. ----> Jaap en Piet

Slide 2 - Slide

Antwoorden 'Schrijf de onderwerpen op'

1. Het grote huis is al lang leeg.
2. Mijn vader bakt vandaag patat.
3. De stoel staat onder de tafel.
4. Vandaag pak ik mijn spullen
5. Over een jaar gaat hij naar Zuid-Amerika
6. De snoepjes zitten in mijn tas.
7. Zij geven ons de tijd.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Opdracht  Schrijf de persoonsvorm op
Voorbeeld
Diesje geeft les aan de studenten ----> geeft
1. Mijn vriend pakt het boek voor mij.
2. Het team scoort goed.
3. De lessen zijn saai.
4. Hij heeft mij een klap gegeven.
5. Hij gaat morgen de ramen lappen.
6. Hij lapt morgen de ramen, want Ali komt bij ons.
7. Ik wil morgen piano spelen.

Slide 5 - Slide

Antwoorden 'Schrijf de persoonsvorm op'.
1. Mijn vriend pakt het boek voor mij.
2. Het team scoort goed.
3. De lessen zijn saai.
4. Hij heeft mij een klap gegeven.
5. Hij gaat morgen de ramen lappen.
6. Hij lapt morgen de ramen, want Ali komt bij ons.
7. Ik wil morgen piano spelen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Maak de zinnen af
Het is mooi weer, maar _________________________
Nu heb ik mijn jas aan, maar_____________________
De zon schijnt vandaag en __________________________
Ik ga naar buiten, want___________________________
Vandaag gaat hij op de fiets, want_________________
Hij komt met de fiets, of hij _______________________
De sneeuw stopt vandaag, of ____________________
Het is het koud, dus______________________________
Mijn muts ligt nog thuis, dus_______________________


Slide 8 - Slide

Opdracht

Schrijf waarom je deze opleiding op het Roc doet.
Gebruik de voegwoorden en, of, want, maar, dus.

Presenteer je eigen verhaaltje in je groepje.

Bespreek met elkaar welk verhaal jullie in de grote groep gaat presenteren.
Presenteer om ........................ uur




Slide 9 - Slide

Huiswerk

Alles van de aftekenlijst van periode 3 week 4,5,6,7 af!

De meesten hebben alles al klaar, maar als je nog iets moet afmaken, doe dit vandaag!


Succes!



Slide 10 - Slide