This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Ik heb geoefend met de stijlfouten pleonasme, tautologie en verkeerde woorden en uitdrukkingen.
Bij een pleonasme gebruik je om een eigenschap van een woord dat al vanzelfsprkend bij dat woord hoort
Bijvoorbeeld:
De witte sneeuw is erg koud. ( sneeuw is wit van zichzelf)
Het grijze beton is strak gegoten (beton is al grijs)
Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat (weer weglaten).