woens 6 oktober H1 spelling + so h1 en h2 woordenschat

Welkom bij Nederlands 
Deze les nodig:
  • Leesboek
  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift
  • Pen 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands 
Deze les nodig:
  • Leesboek
  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift
  • Pen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom bij Nederlands 
We starten niet met lezen. Ga rustig zitten en pak een schrift en een pen! 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Story Cubes: 8 groepjes van 3, 1 van 4
Gooi de dobbelsteen en schrijf met je groepje/tweetal een kort verhaaltje van maximaal 15 zinnen over het plaatje dat je ziet. 

Ik noem enkele woorden op die jullie in het verhaal moeten verwerken. Let op hoofdletters, leestekens en spelling! 

Maak er zo'n leuk, gek, grappig mogelijk verhaal van! SUCCES! 

Slide 3 - Slide

Woorden: 
- 's morgens
- Hema
- Anna van der Plas
- Noord-Amsterdam
- oktober
- herfst 
Planning & lesdoel
Planning:
1. Opening en Story Cubes
2. H1 spelling opdracht 1+2 nakijken
3. H1 spelling opdrachten afmaken 
4. Oefenen voor de so woordenschat
5. pauze
6. so woordenschat
7. Tijd over: H1 formuleren opdracht 1+2 maken

Lesdoel: Je weet wanneer je hoofdletters en leestekens moet gebruiken. 





Slide 4 - Slide

This item has no instructions

eerst huiswerk nakijken
  
(opdr 1 + 2 bladzijde 34)



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
WAT
H1 spelling (blz.34 en 35) alle opdrachten af
HOE
Eerste 5 minuten in stilte, daarna overleggen
HOE LANG
10 minuten
KLAAR
Nakijken (Teams) / Lezen in je leesboek / oefenen voor de toets.
RESULTAAT
Je weet wanneer je hoofdletters en leestekens moet gebruiken. 
timer
5:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Oefenen voor de toets woordenschat 

Wat kun je doen? 
- Quizlet
- Woordenlijst doornemen
- Elkaar overhoren

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

PAUZE
timer
5:00
Telefoons na de pauze weer in de tas. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Succes met de so woordenschat!

Klaar? Op de hoek van je tafel en lezen in je leesboek. 
Of H1 spelling opdrachten maken (blz.34)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

H1 formuleren (blz.32)
  • Startopdracht in tweetallen.  

Slide 10 - Slide

7 zinnen. Je hoort dit bij het voorlezen. 

Een tijger in een Russische dierentuin kreeg van zijn verzorgers een levende geit in zijn verblijf. Zijn jachtinstinct moest namelijk aangewakkerd worden. De tijger deed echter helemaal niet wat ze hadden verwacht. Wat bleek namelijk? De tijger en het geitje werden de beste maatjes. Ze zijn onafscheidelijk en tijger Amur heeft zelfs zijn slaapplek afgegeven aan de geit. Is dat niet aardig?
Wat is volgens jou de betekenis van het woord 'formuleren'?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Formuleren


for·mu·le·ren (formuleerde, heeft geformuleerd)

1. onder woorden brengen

bron: vandale.nl 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Sleep de onderdelen naar het vak, die volgens jou bij Formuleren horen.
woordenschat
verwijswoorden
Trappen van vergelijking
zinsontleden
zinsverbanden
Goede zinnen maken.

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Waar ga je dus meer over leren?
1. Zinnen correct begrenzen (goede zinnen maken)
2. verwijswoorden
3. trappen van vergelijking
4. zinsverbanden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Uitleg
In de hoofdstukken spelling heb je geleerd dat je aan het eind van een zin de volgende leestekens kunt zetten:
- punt
- vraagteken
- uitroepteken


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Uitleg
Een zin bestaat uit één persoonsvorm. Dit noemen we een enkelvoudige zin. 
Bijv. Jan eet een appel.

Je kunt ook zinnen aan elkaar plakken. Zulke aan elkaar geplakte zinnen, noemen we samengestelde zinnen. Om zinnen aan elkaar te plakken, gebruiken we verbindingswoorden
Bijv. Jan eet een appel, want hij heeft honger.

In de hoofdstukken van spelling, heb je bovendien geleerd dat je voor zulke verbindingswoorden een komma plaatst. De enige verbindingswoorden waar we géén komma bij gebruiken zijn en + of.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Uitleg
Soms staat er ook aan het begin van de samengestelde zin een verbindingswoord. Dan plaatsen we een komma tussen de 2 persoonsvormen die dan vaak naast elkaar staan. Ook dit kwam aan bod in Spelling.

Bijv. Omdat hij honger heeft, eet Jan een appel.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Noem nog een aantal verbindingswoorden. 'want, en, of' zijn al gegeven.

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Maak van onderstaande 2 zinnen, één samengestelde zin. Gebruik hierbij een passend verbindingswoord.

Hij had niet geleerd. Hij heeft een 8 voor zijn toets.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Maak van onderstaande 2 zinnen, één samengestelde zin. Gebruik hierbij een passend verbindingswoord.

Ik vind wielrennen leuk. Ik kijk de Tour de France.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Tipje
Als je gaat schrijven, probeer er dan voor te zorgen dat je niet meer dan één komma per zin gebruikt of het woordje 'en' gebruikt om zinnen aan elkaar te plakken.
Zo houd je je zinnen overzichtelijk en goed te begrijpen. Probeer onderstaande zin maar eens te lezen en in één keer te begrijpen. 

Het nieuwe beleid van onze universiteit zal gericht zijn op de verdere uitbouw en ontwikkeling van op competentievorming georiënteerde onderwijsmethoden, de versterking van de faculteit in al haar geledingen en een betere voorbereiding van het management op de bestaande en de toekomstige taken.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

veel beter is...
Het nieuwe beleid van onze universiteit is gericht op drie doelen. Ten eerste zullen we verder bouwen aan onderwijsmethoden die op competentievorming gericht zijn. Ten tweede willen we de faculteit in al haar geledingen versterken. En ten derde willen we ervoor zorgen dat het management beter is voorbereid op de bestaande en de toekomstige taken.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

H1 formuleren (blz.32 en 33)
WAT
Maak opdracht 1+2
HOE
Alleen of zachtjes overleggen (fluisteren)
HOE LANG
10/15 minuten
KLAAR
Lezen in je leesboek / even voor een ander vak / nieuws lezen 
RESULTAAT
We kijken dit na 10 minuten na. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
  • Hoe ging de toets? 
  • Wanneer krijgen jullie de cijfers? 
  • Vooruitblik maandag: Verder met H1 formuleren. 

  • Huiswerk voor maandag: H1 formuleren opdracht 1 t/m 3 af. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Story Cubes: 9 groepjes van 3 leerlingen, 1 tweetal 
Gooi de dobbelsteen en schrijf met je groepje/tweetal een kort verhaaltje van maximaal 10 zinnen over het plaatje dat je ziet. 
Verwerk zoveel mogelijk woorden van de onderstaande woorden/uitdrukkingen in het verhaal: 

integer - joviaal - onbenullig - fameus - iets met argusogen bekijken - tot de verbeelding spreken 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions