Flexles leesvaardigheid

Flexles leesvaardigheid deel 1
Doel: 
1.     De hoofdgedachte uit een tekst kunnen herkennen
2.  Belangrijke (structuur)woorden uit een tekst kunnen herkennen en vertalen

1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Flexles leesvaardigheid deel 1
Doel: 
1.     De hoofdgedachte uit een tekst kunnen herkennen
2.  Belangrijke (structuur)woorden uit een tekst kunnen herkennen en vertalen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Hoe bepaal je de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 3 - Open question

Bepaal nu zelf de hoofdgedachte van tekst 2:
Et le chat ? Il vit comme un roi !
Kijk dus naar:
De titel, de afbeelding, (er is nu geen inleiding) en stel de volgende vragen aan jezelf:
1. Om wie / wat gaat het?
2. Wat is de vertaling van de titel?
3. Waar denk je dat de tekst over gaat?

Slide 4 - Slide

Noteer hier jouw antwoord:
Wat is volgens jouw de hoofdgedachte van tekst 2?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Belangrijke woorden uit tekst 2
Noteer uit alinea 1:
minimaal 3 positieve woorden met de vertaling erbij!

Noteer uit alinea 2 + 3:
minimaal 3 negatieve woorden met de vertaling erbij!
In de volgende slide (open vraag moet je deze invullen)!

Slide 7 - Slide

Noteer de 3 positieve woorden uit alinea 1 en de 3 negatieve woorden uit alinea 2-3 met VERTALING!

Slide 8 - Open question

Wat wordt er weergegeven in de zinsdelen tussen << >> in deze tekst?

Slide 9 - Open question

In de tekst staan een aantal voorbeelden van een vergelijkende trap/ overtreffende trap. Noteer er 2!

Slide 10 - Open question

Maak nu de examenvragen bij tekst 2
Maak vraag 2 t/m 4 van het examenboekje !
De antwoorden bespreken we in deze les indien mogelijk!

Slide 11 - Slide

Noteer je antwoord op vraag 2(noteer de regelnummers van het antwoord)

Slide 12 - Open question

Noteer je antwoord op vraag 3 (noteer de regelnummers van het antwoord)

Slide 13 - Open question

Noteer je antwoord op vraag 4 (noteer de regelnummers van het antwoord)

Slide 14 - Open question