Jij als dienstverlener Periode 1

• Omgangskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Bij omgangskunde leer je......

1. Hoe je met jezelf omgaat
2. Hoe je met anderen omgaat
3. Hoe je met jezelf en anderen omgaat

Wat is een beroepshouding?

1. de manier waarop je je moet gedragen tijdens je privé afspraak
2. houding die je zelf mag bepalen
3. de manier waarop je je moet gedragen tijdens je werk
4. houding die voor alle beroepen hetzelfde is

Aangeleerd gedrag is gedrag dat je zelf al kan, zonder het te moeten leren

1. klopt
2. klopt niet

Aangeboren gedrag is gedrag waarmee ik geboren ben

1. waar
2. niet waar

Wat is gedrag?

Hoe kun jij je gedrag beïnvloedden

Wat zijn waarden?

1. Gedragsregels.
2. Opvattingen over wat belangrijk is.
3. Straffen.
4. Beloningen.

Wat zijn normen?

1. Gedragsregels.
2. Opvattingen over wat belangrijk is.
3. Straffen.
4. Beloningen.

Afwijken van de normen van een groep noemen we AFWIJKEND GEDRAG. Ik zeg er iets van als:

1. Ik uitgescholden word door mijn leidinggevende
2. Mijn collega's in gevaar komen
3. Een peuter de poppenhoek probeert kapot te maken
4. Als ik merk dat mijn cliënt gepest wordt

Wat is beroepshouding?

Uit welke onderdelen bestaat Beroepshouding

Wat betekent klantgericht werken?

Empatie is: Het kunnen verplaatsen in de gevoelens van een ander?

1. Waar
2. Niet waar

Wat is assertief?

1. geen nee durven zeggen
2. op een gewone manier voor jezelf opkomen
3. zorgen dat jij altijd je zin krijgt

wat is integer?

1. naar eer en geweten handelen
2. zorg voor kwaliteit in je werk
3. verscheidenheid in de samenleving
4. kennis om je werk te doen

Bij een te hoge werkdruk.......

1. kun je gedurende langere tijd je werk niet af krijgen
2. kun je niet de gewenste kwaliteit leveren
3. zie je geen mogelijkheden om het te veranderen
4. alle antwoorden zijn goed

Als er veel werkdruk is, maak je sneller fouten

1. waar
2. niet waar

Wat is stress?

1. Vervelend gevoel in je hoofd
2. Druk en spanning in je hoofd
3. Rustig in je hoofd
4. Goede concentratie

Een burn-out heeft te maken met...

1. Stress
2. Vermoeidheid
3. Spanningen
4. Al het bovenstaande

Al het bovenstaande, het is namelijk een combinatie van factoren waardoor je in een burn-out terecht komt. 

Een burn out is een beroepsziekte die veel voorkomt bij

1. kan iedereen krijgen
2. docenten
3. ministers
4. kappers

Benoem de 6W’s voor in je activiteitenplan.

Wat betekent ''tegenslag''?

1. Nee durven zeggen
2. Als dingen niet gaan zoals je had gepland
3. Dat je niet zo goed bent in plannen

Diversiteit

Inventariseer met de klas verschillende soorten van diversiteit. Welke soorten diversiteit kennen de leerlingen?

Wat is tijdsdruk?

Wat is kwaliteit?

Welke 6 punten zijn belangrijk om kwaliteit te leveren?

Wat is zelfreflectie?

1. nadenken over jezelf
2. nadenken over een ander
3. jezelf beoordelen
4. feedback geven