H5 Sociale cognitie

1 / 43
next
Slide 1: Slide
Sociologie en psychologieSecundair onderwijs

This lesson contains 43 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Sociale Cognitie p84
Tijdens coronatijd
Interview met R. Kelly

  • Wie is de vrouw?
  • schattig filmpje, maar wrange nasmaak
  • Aziatische vrouw is zijn echtgenote ~ werd door veel mensen als kindermeisje beschouwd ~ stereotypering

Slide 2 - Slide

 Sociale Cognitie p85
Reflectie : Profielfoto's op sociale media - bespreek per 2
  • Welke indruk proberen mensen op te wekken met de keuze van hun foto? 
  • Welke kenmerken zorgen ervoor dat ze een bepaalde indruk wekken? 
  • Denk je dat die indruk altijd klopt?
oef 1 p85  Denk na over de uitspraken + geef een vb 


 

Slide 3 - Slide

 Sociale Cognitie p85
  1. Iedereen heeft vooroordelen.
  2. Ik merk dat anderen mij beoordelen op mijn uiterlijk.
  3. Aan iemands stijl (kleren, kapsel …) kan ik zien wat voor persoon het is.
  4. Ik ben mij bewust van de vooroordelen die ik zelf heb.
  5. Eenmaal een mening over iemand gevormd, is het moeilijk die te veranderen.
  6. Ik heb al gemerkt dat de eerste indruk over een persoon niet altijd klopt.

Slide 4 - Slide

 Sociale Cognitie p85
1. Observeren en interpreteren

Sociale cognitie = Waarnemen en interpreteren van (eigen) gedrag


Slide 5 - Slide

 1. Observeren en interpreteren p85
Waarnemingsproces: 3 fases

  1. Prikkel of stimulus via zintuig opgevangen - Neus: geur, oren: geluid…

  2.  Zintuigen sturen info over prikkel via zenuwbanen naar thalamus

  3. Thalamus stuurt info door naar cortex => Prikkel wordt verwerkt


Slide 6 - Slide

 1. Observeren en interpreteren p86
oef 2 p86 Benoem de onderdelen op de foto

  1. Prikkel/stimulus (muffin)
  2. Zintuig: smaak - tong
  3. Zenuwbaan
  4. Thalamus
  5. Cortex


Slide 7 - Slide

  1. Observeren en interpreteren p86
Verschillende waarnemingen : 

Slide 8 - Slide

 1. Observeren en interpreteren p86
Mechanismen : interpreteren verloopt sneller => tijdbesparing = nuttig ~> Sneller vormen oordeel, bvb gevaar

Maar: observeren <-> interpreteren = feiten 
=> foute inschatting situaties/mensen/gedrag

Gebruik dagelijks leven, onderzoek, professioneel


Slide 9 - Slide

 2. Eerste indruk p87
Oef 3 p87 Bekijk de foto's + beantwoord de vragen

  1. Welke indruk?
  2. Welke emoties?
  3. Welke
    persoonlijkheidskenm.?

Slide 10 - Slide

 2. Eerste indruk p87
  • Vergelijk de antwoorden met die van je klasgenoten
  • Op welke kenmerken heb je je gebaseerd voor je eerste indruk?
  • uiterlijke kenmerken, leeftijd, kleren, kapsel, gelaatsuitdrukkingen, houding,...

Slide 11 - Slide

 2. Eerste indruk p88
Eerste indruk : uiterlijke kenmerken
  • Fysieke kenmerken
  • Verbale, non-verbale, subverbale taal
  • Gedrag
=> automatisch gekoppeld aan cognitieve schema's
  • info die samenhoort
  • referentiekader


Slide 12 - Slide

 2. Eerste indruk p88

Slide 13 - Slide

 2. Eerste indruk p88
1. Impliciete persoonlijkheidstheorie 
  • verzameling van schema's over kenmerken van mensen
  • geheel van gelegde verbanden tussen uiterlijke en innerlijke eigenschappen

Volt : Lorenzo Gatto : violist  (10')

Slide 14 - Slide

 2. Eerste indruk p88
oef 4 p88 Welke associaties bij volgende kenmerken?
Zwaarlijvigheid :
  • lui, gezellig, ongezond
Tattoos : 
  • hip, cool, agressief, lagere sociale klasse
Bril :
  • slim, belezen, nerdy, saai,...

Slide 15 - Slide

 2. Eerste indruk p88
=> we zijn best goed in het inschatten van anderen
Exp. Laura Neumann => foto's mannen - vrouwen beoordelen ~> persoonlijkheid inschatten

  • foto 1 : spontane houding en mimiek
  • foto 2 : neutrale gezichtsuitdrukking en armen langs lijf

Slide 16 - Slide

 2. Eerste indruk p88
Exp. Laura Neumann ~ conclusie
resultaten inschatting worden vergeleken met werkelijke phd

  1. neutrale foto's : vrij goede inschatting extravert
  2. spontane foto's vriendelijkheid, openheid voor ervaringen en zelfwaarde

Slide 17 - Slide

2. Eerste indruk p88
maar soms vergissen we ons grondig na een 1e indruk

Slide 18 - Slide

2. Eerste indruk p88
Oef 5 p88 Bekijk de reportage : Waarop baseren verschillende mensen zich bij Assita Kanko?

  • Sommige denken dat ze een directiesecretaresse of politica is. Anderen vermoeden dat ze een escortgirl is of bij de Panos werkt. Ze baseren zich op de klassevolle uitstraling en de donkere huidskleur.

Slide 19 - Slide

2. Eerste indruk p89
2. Primacy effect (voorrangseffect)
  • Bespreking Siska : Los de vragen op die je van de leerkracht krijgt.

  • Solomon Asch (1907-1996) =>
    informatie die je het eerst krijgt, heeft de grootste invloed op het totaalbeeld dat je van iemand vormt.


Slide 20 - Slide

2. Eerste indruk p89
Solomon Asch

experiment

2 groepen
2 verschillende lijsten
                                     => 1e groep betere indruk

Slide 21 - Slide

2. Eerste indruk p89
Experiment kader p89 : 
2 groepen proefpersonen => opname vrouw - MK-vragen
  1. Ze gaf eerst veel juiste antwoorden, daarna foute
  2. Eerst veel foute antwoorden, daarna juiste

=> pp die eerste situatie observeerden, vonden vrouw intelligenter dan wie de 2e situatie had gezien.

Slide 22 - Slide

2. Eerste indruk p89
Mogelijke verklaringen :
  1. Na vorming 1e beeld -> minder aandacht voor verdere (tegenstrijdige info)
  2. Interpretatie nieuwe info op basis van wat al geweten is.
    bvb goed = kalm = rustig / slecht = kalm = harteloos

Slide 23 - Slide

2. Eerste indruk p89
3. Centrale kenmerken (Asch)

= kenmerken die zo opvallend zijn dat ze een grotere rol spelen.                bvb  eerlijk > linkshandig

=> heel krachtige invloed op de beeldvorming


Slide 24 - Slide

2. Eerste indruk p89
Experiment Harold Kelley 
gastleerkracht => vooraf document met info ~ 2 = lessen
  1. kil, ijverig, kritisch, praktisch, vastberaden
  2. warm, ijverig, kritisch, praktisch, vastberaden
Na de les => mening over leerkracht noteren :
Groep 2 beoordeelde lkr vriendelijker en gezelliger + werkten actiever mee in de les.

Slide 25 - Slide

2. Eerste indruk p90
Verklaring : warmte en competentie ~> 2 centrale kenmerken waarop mensen snel worden ingeschat. => evolutionair nut = overleven
Oef 6 p90 Welke informatie geven deze kenmerken?
  • warmte : persoon is vriend of vijand
  • competentie : pers. kan me al dan niet helpen om een probleem op te lossen

Slide 26 - Slide

2. Eerste indruk p90
HALO-effect = 
  • Positieve eigenschappen =>  andere positieve eigenschappen Bv. mooi = intelligent, emotioneel stabiel, sociaal vaardig
  • Maar: geen verband eigenschappen met uiterlijk
  • stralenkrans heiligen

Slide 27 - Slide

2. Eerste indruk p90
oef 7 p90 Fragment ook getest op mensen => conclusie?

  • Wie er beter en verzorgd uitziet, wordt als betrouwbaarder beschouwd en sneller
    geholpen.

Slide 28 - Slide

2. Eerste indruk p90
HORN-effect =
  • omgekeerde : negatief kenmerk veronderstelt nog meer negatieve eigenschappen.
  • duivelshorens
  • onaantrekkelijkheid kan negatieve
    gevolgen hebben.
Fragment : Ook getest op mensen (9'16")

Slide 29 - Slide

2. Eerste indruk p90
Oef 8 p90 Geef 2 negatieve gevolgen die onaantrekkelijkheid kan hebben :

  1. minder mooie kinderen krijgen minder aandacht van verzorgers
  2. minder mooie kinderen krijgen meer straf

Slide 30 - Slide

2. Eerste indruk p90
Negativiteitseffect
Negatieve kenmerken => wegen zwaarder door in beeldvorming dan positieve
Verklaring : Positief gedrag = ‘normaler’ (komt vaak voor) / Negatief gedrag = schaarser => Valt harder op en heeft grotere invloed op mening.

Slide 31 - Slide

3. Causale attributies p91
1. Interne en externe attributies
Fritz Heider => causale attributies = het zoeken naar oorzaken van gedrag.
CAUSAAL = oorzakelijk 
ATTRIBUTIE = denkproces : de oorzaak waarvan we denken dat het de juiste is. => niet altijd juiste oorzaak

Slide 32 - Slide

3. Causale attributies p92
2. Attributiefouten
1. Fundamentele attributiefout


Slide 33 - Slide

3. Causale attributies p94
2. Self-serving bias

Slide 34 - Slide

3. Causale attributies p94
2. Actor - observatoreffect

Slide 35 - Slide

4. Sociale categorisering p95
1. Ingroup en outgroup

Slide 36 - Slide

4. Sociale categorisering p95
2. Stereotypen

Slide 37 - Slide

4. Sociale categorisering p98
3. Vooroordelen

Slide 38 - Slide

5. Hardnekkige meningen p102
1. Subcategorisering

Slide 39 - Slide

5. Hardnekkige meningen p102
2. Confirmation bias

Slide 40 - Slide

5. Hardnekkige meningen p103
3. Self-fulfilling prophecy

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide