Grammatica Blok 1

boek lezen 
timer
15:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

boek lezen 
timer
15:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les
  • kun je werkwoorden in de tegenwoordige en in de verleden tijd zetten;

  • kun je de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in een zin benoemen;

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weet je het nog??

Wat is de persoonsvorm?
A
Het belangrijkste werkwoord in de zin.
B
De vorm van het werkwoord die je gebruikt bij de eerste persoon.
C
Het eerste werkwoord in de zin.
D
De vorm van het werkwoord die je in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd kunt schrijven.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit hoe je met de tijdproef de persoonsvorm in een zin kunt vinden.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Zinnen maken
Schrijf een zin met een 
- persoonsvorm
- werkwoordelijk gezegde
- onderwerp

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Deze zin in een andere tijd.
Vul achter de zin de pv in.

Dat heb je mooi gemaakt!

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Deze zin in een andere tijd.
Vul achter de zin de pv in.

Wij moeten de trein naar Apeldoorn halen.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Deze zin in een andere tijd.
Vul achter de zin de pv in.

De dokter heeft de patiënt grondig onderzocht.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
hele werkwoord
Sleep de onderstaande woorden naar het juiste rode vak
slapen
huilen
kijken
troosten
gapen
gemaakt
beleefd
gestampt
gekocht
geleefd

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions



Wij maken ons huiswerk na schooltijd. 
Wij zullen ons huiswerk na schooltijd maken.

Waar is maken een persoonsvorm en waar een heel werkwoord?

Let op!!

Wij maken ons huiswerk na schooltijd.
Wij zullen ons huiswerk na schooltijd maken.

Waar is maken een persoonsvorm en 
waar een heel werkwoord?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

noteer alle werkwoorden uit de tekst
Heb jij weleens een krokodil in het wild gezien? Meestal ligt hij te slapen. Dat lijkt maar zo. De krokodil wacht met alleen zijn ogen, neus en oren boven water roerloos op een prooi. Op het allerlaatste moment zal hij in actie komen. Met een onverwacht snelle beweging grijpt hij zijn prooi. Het prooidier is ten dode opgeschreven. De krokodil zal zijn prooi niet meer loslaten. Wild schudt hij zijn vangst heen en weer. Tot er een stuk vlees heeft losgelaten. In de natuur geldt nu eenmaal het recht van de sterkste.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Is de uitspraak waar of niet? Kies het goede antwoord.
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Is de uitspraak waar of niet? Kies het goede antwoord.
Het werkwoordelijk gezegde bestaat altijd uit meerdere werkwoorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Is de uitspraak waar of niet? Kies het goede antwoord.
Het onderwerp van een zin staat altijd vooraan in de zin.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Is de uitspraak waar of niet? Kies het goede antwoord.
Het onderwerp van een zin vind je met de vraag: Wie of wat + werkwoordelijk gezegde?
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wwg)

Muzafer vertelde Sam een leuke mop.

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het onderwerp (ond)

Muzafer vertelde Sam een leuke mop.

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm (pv)

Luca heeft vandaag extra drinken meegenomen

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het werkwoordelijke gezegde? (wwg)

Luca heeft vandaag extra drinken meegenomen

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het onderwerp? (ond)

Luca heeft vandaag extra drinken meegenomen

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm (pv)

De boer zal straks zijn koeien melken.

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wwg)

De boer zal straks zijn koeien melken.

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het onderwerp (ond)

De boer zal straks zijn koeien melken.

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Aan de slag

timer
8:00

Slide 24 - Slide

Leerlingen kunnen zich ook bij Mapul registreren als gebruiker. Jullie hoeven je niet allemaal te registeren, jullie kunnen er ook voor kiezen om één groepslid zich te laten registreren. Als iedereen zich registreert, kan iedereen uit de groep werken in hetzelfde bestand op verschillende apparaten (computers, laptops, telefoons, tablets). 
Blok 1 grammatica

opdracht 1.6 - 10

opdracht 5

opdracht 11.4-6

opdracht 11.7-8

theorie & odpdracht 12

Slide 25 - Slide

This item has no instructions