What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
taalverzorging 1 - pv, ow en gz
Persoonsvorm, gezegde en onderwerp
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Persoonsvorm, gezegde en onderwerp
Slide 1 - Slide
Wat ga je vandaag leren?
- persoonsvorm
- onderwerp
- gezegde
- opdrachten taalverzorging - persoonsvorm, onderwerp en gezegde maken
Slide 2 - Slide
persoonsvorm
Slide 3 - Mind map
Persoonsvorm
Als je de persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen:
fietsen, lopen, spelen, kruipen, slapen.
Slide 4 - Slide
Persoonsvorm (pv)
Je kunt de persoonsvorm (pv) op drie manieren vinden:
1. Maak de zin
vragend
: de pv komt vooraan
2. Zet de zin in een
andere tijd
: het woord dat verandert, is de pv
3.
Verander het aantal
in de zin: het woord dat verandert, is de pv
Slide 5 - Slide
De zon staat hoog aan de hemel.
Slide 6 - Open question
We zijn water aan het drinken.
Slide 7 - Open question
De prooi werd verslonden door het roofdier.
Slide 8 - Open question
Op het bureau ligt een klein briefje.
Slide 9 - Open question
De zon staat hoog aan de hemel.
Slide 10 - Open question
We zijn water aan het drinken.
Slide 11 - Open question
De prooi werd verslonden door het roofdier.
Slide 12 - Open question
De krokodil ligt roerloos te wachten.
Slide 13 - Open question
Bevend van angst kwam hij tevoorschijn.
Slide 14 - Open question
onderwerp
Slide 15 - Mind map
Onderwerp (ow)
Een zin geeft weer wat er met het onderwerp aan de hand is, wat het onderwerp overkomt of doet.
Hoe vind je het onderwerp:
- wie (wat) + pv? = ow
Slide 16 - Slide
Onderwerp
Het onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan.
1. Zoek de persoonsvorm
2. Zet
Wie of Wat
voor de persoonsvorm
3. In een zin zit altijd maar één onderwerp
4. Het onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan
Slide 17 - Slide
Het blije kind hinkelt.
Slide 18 - Open question
In de zomer is het zwembad door mijn moeder gekocht voor Joan.
Slide 19 - Open question
Een glas limonade zal door mijn tante nooit gedronken worden.
Slide 20 - Open question
gezegde
Slide 21 - Mind map
Gezegde
Alle (delen van) werkwoorden samen vormen het werkwoordelijk gezegde.
Ook 'te' en 'aan het' horen bij het gezegde, maar alleen als ze voor een werkwoord staan.
Slide 22 - Slide
Kim zou het boek gelezen hebben.
Slide 23 - Open question
Hij staat daar te huilen.
Slide 24 - Open question
Toos is aan het tekenen.
Slide 25 - Open question
Kim zou het boek gelezen hebben.
Slide 26 - Open question
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 27 - Link
Opdrachten maken
- opdrachten taalverzorging 1 maken
Slide 28 - Slide
More lessons like this
gr
January 2021
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Persoonsvorm, onderwerp en gezegde
November 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Persoonsvorm, onderwerp en gezegde
May 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Persoonsvorm, onderwerp en gezegde
October 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Persoonsvorm, onderwerp en gezegde, 20 en 21 feb
February 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Persoonsvorm, onderwerp en gezegde, 20 en 21 feb
September 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp
February 2024
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12