Ontdek de kracht van stijlfiguren in poëzie

Ontdek de kracht van stijlfiguren in poëzie

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je zes stijlfiguren identificeren en in eigen gedichten gebruiken.

Begin met het benadrukken van het leerdoel, zodat de leerlingen weten wat ze moeten bereiken.

Wat weet jij al over stijlfiguren in poëzie?

Stijlfiguren: Alliteratie

Alliteratie is de herhaling van dezelfde medeklinkerklank aan het begin van verschillende woorden in een zin of versregel.

Vraag de leerlingen om voorbeelden van alliteratie te geven en deze in een zin te gebruiken.

Stijlfiguren: Assonantie

Assonantie is de herhaling van dezelfde klinkerklank in verschillende woorden in een zin of versregel.

Vraag de leerlingen om voorbeelden van assonantie te geven en deze in een zin te gebruiken.

Stijlfiguren: Herhaling

Herhaling is het bewust meerdere keren herhalen van een woord, zin of versregel.

Vraag de leerlingen om voorbeelden van herhaling te geven en deze in een zin te gebruiken.

Stijlfiguren: Metafoor

Een metafoor is een figuurlijke uitdrukking waarbij een woord wordt gebruikt in een andere betekenis dan de letterlijke.

Vraag de leerlingen om voorbeelden van metaforen te geven en deze in een zin te gebruiken.

Stijlfiguren: Personificatie

Personificatie is het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke dingen.

Vraag de leerlingen om voorbeelden van personificatie te geven en deze in een zin te gebruiken.

Stijlfiguren: Vergelijking

Een vergelijking is een figuurlijke uitdrukking waarbij twee zaken met elkaar worden vergeleken op basis van overeenkomsten.

Vraag de leerlingen om voorbeelden van vergelijkingen te geven en deze in een zin te gebruiken.

Herken de stijlfiguur

Laat de leerlingen verschillende gedichten lezen en de stijlfiguren die ze hebben geleerd identificeren.

Zorg ervoor dat de leerlingen de stijlfiguren begrijpen voordat ze deze in gedichten gaan gebruiken.

Gebruik de stijlfiguur

Laat de leerlingen hun eigen gedicht schrijven en minstens twee stijlfiguren gebruiken die ze hebben geleerd.

Moedig de leerlingen aan om creatief te zijn en hun eigen stijl te ontwikkelen.

Peer-review

Laat de leerlingen elkaars gedichten lezen en feedback geven op het gebruik van de stijlfiguren.

Zorg ervoor dat de feedback constructief is en gericht op verbetering.

Stijlfiguren in actie

Laat de leerlingen een bekend gedicht lezen en de stijlfiguren identificeren en bespreken.

Kies een bekend gedicht dat de leerlingen interesseert en dat veel stijlfiguren bevat.

Raad het stijlfiguur

Geef de leerlingen een zin en laat ze raden welke stijlfiguur er wordt gebruikt.

Dit is een leuke en interactieve manier om de leerlingen te laten oefenen met het identificeren van stijlfiguren.

Stijlfiguren in de media

Laat de leerlingen voorbeelden zoeken van stijlfiguren in advertenties, liedteksten of tv-programma's en deze presenteren aan de klas.

Dit is een leuke manier om te laten zien hoe stijlfiguren worden gebruikt in het dagelijks leven.

Creëer een stijlfiguur

Geef de leerlingen een woord en laat ze een stijlfiguur bedenken die past bij dat woord.

Dit is een creatieve manier om de leerlingen te laten oefenen met het bedenken van stijlfiguren.

Stijlfiguur collage

Laat de leerlingen tijdschriften en kranten doorzoeken op voorbeelden van stijlfiguren en maak er een collage van.

Dit is een leuke manier om te laten zien hoe stijlfiguren worden gebruikt in de media.

Stijlfiguur wedstrijd

Laat de leerlingen in groepjes werken en een wedstrijd houden om wie de meest creatieve stijlfiguur kan bedenken.

Dit is een leuke manier om de leerlingen te laten samenwerken en creatief te zijn met stijlfiguren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.