Spelling persoonsvorm tegenwoordige tijd

Wanneer gebruik je hoofdletters?
1 / 11
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 1 - Open question

En wanneer gebruik je geen hoofdletters?

Slide 2 - Open question

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (bereiden) het eten voor.
A
bereid
B
bereidt

Slide 3 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:

Dat (gebeuren)beslist niet!
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 4 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt

Slide 5 - Quiz

Hoe spel je de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
A
met kofschiptaxi/sexy fokschaap
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t

Slide 6 - Quiz

De man (bereiden) de patat voor
A
Bereid
B
Bereidt

Slide 7 - Quiz

Henkie (raden) het einde van Squid Game
A
Raad
B
Raadt

Slide 8 - Quiz

(doden) jij iemand als je helemaal wappie bent?
A
Dood
B
Doodt

Slide 9 - Quiz

(rijden) je niet iets te hard in deze speelplaats?
A

Slide 10 - Quiz

Wat heb je geleerd over de persoonsvorm vandaag?

Slide 11 - Open question