H5 Biomoleculen

H5 Biomoleculen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H5 Biomoleculen

Slide 1 - Slide

Zetmeel
Biomoleculen

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet ik wat..

  • koolwaterstoffen inhouden.
  • waar koolhydraten uit zijn gebouwd.
  • wat mono, di en polysachariden zijn en voor dienen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Koolwaterstoffen
Een koolstof atoom (C) kan met een groot aantal elementen verbindingen aangaan. zo'n verbinding vindt plaats met andere C atomen, waardoor er lange ketens ontstaan.

De eenvoudigste koolwaterstoffen heten Alkanen. Deze hebben een algemene formule: CnH2n+2

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden eenvoudige koolwaterstoffen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

In de natuur komt een enorm aantal koolwaterstoffen voor!
Planten produceren veel koolhydraten en lipiden. 
Dieren produceren vooral proteïnen.

Daarnaast hebben we ook nog fossiele brandstoffen, dit zijn koolwaterstof verbindingen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk materiaal. Denk hierbij aan aardgas, aardolie en steenkool. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de koolwaterstoffen die men in de natuur kan treffen?
A
eiwitten, vetten en koolhydraten
B
zuren, basen en enzymen
C
planten, dieren en mensen
D
biomoleculen, atomen en ionen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn fossiele brandstoffen?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Biomoleculen
Koolwaterstoffen in levende cellen noemt men biomoleculen. de meeste grote biomoleculen zijn opgebouwd uit een lange reeks kleine moleculen: de monomeren. 

Monomeren worden aan elkaar gekoppeld door een proces dat polymerisatie heet. Zo ontstaan polymeren 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Indien er bij de synthese van polymeren water vrijkomt spreekt men van condensatie! Deze is onomkeerbaar.

Wanneer er bij de afspraak van polymeren water wordt opgenomen heet dat hydrolyse

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke stof kom vrij tijdens de polymerisatie van biomoleculen
A
zuren
B
water
C
alkanen
D
eiwitten

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Biomoleculen kunnen onder opname van water worden afgebroken. Hoe noemt men dit proces? Verklaar deze naam.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Koolhydraten
Zijn opgebouwd uit C, H en O. Hun molecuulformule is weer te geven als (CH2O)n. Enkele voorbeelden zijn: Glucose en Zetmeel.

Organismen gebruiken ze als energieleveranciers en reservevoedsel. Daarnaast spelen ze ook een belangrijke rol bij de bescherming en stevigheid. 

De bouwstenen van koolhydraten zijn de enkelvoudige suikers, ook wel monosachariden genoemd.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Monosachariden
Met drie, vijf en zes C-atomen komen het meest voor. De bekendste zijn de hexosen: glucose, galactose en fructose
Die hebben als molecuulformule: C6H12O6.

In een waterig milieu komen ze niet alleen als rechte ketens voor maar ook als ring. Er wordt dan een H-brug gevormd tussen de 1e C en het 5e C-atoom. Hierdoor ontstaat een zesring!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Uit welke drie atomen zijn koolhydraten opgebouwd? Geef de molecuulformule van een koolhydraat met vier C-atomen.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Noem de drie bekendste monosachariden. Wat is de molecuulformule van deze hexosen?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Glucose
Komt voor in bloed, fruit, honing en plantenbladeren. Het kan worden afgebroken tot CO2 en H2O. Bij deze afbraak komt energie vrij! DAAROM voor veel organismen belangrijk!

Heeft twee vormen alfa en beta. Wijst de OH-groep aan de C1 omlaag spreken we van alfa. Wijst het omhoog is het beta.



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Pentosen
Monosachariden met vijf C-atomen zijn ribose en de daarvan afgeleide stof desoxyribose. 

Bij desoxyribose ontbreekt de hydroxylgroep aan de C2. Ribose en deoxyribose zijn bouwstenen van de nucleïnezuren RNA en DNA. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waarom speelt glucose een sleutelrol in de natuur?
A
Is een monosacharide
B
Is een koolhydraat
C
Het levert energie
D
Omdat het een zesring is

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil in structuurformule tussen alfa en beta glucose?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Welk monosacharide zit in DNA? Wat is het verschil in structuur formule tussen dit monosacharide en ribose?
A
desoxyribose , er is geen verschil
B
ribose, mist een OH-groep
C
ribose, er is geen verschil
D
desoxyribose, mist een OH-groep

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Disachariden
Tweevoudige suikers ontstaan doordat twee monosachariden onder afsplitsing van water met elkaar verbonden worden. Deze binding noemen we een glycosidische binding

Het bekendste disacharide, bestaande uit glucose en fructose, is sacharose (C12H22O11). Dit is gewone suiker dat ook in bijna alle planten zit, zoals in suikerriet en suikerbieten!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Polysachariden
Poly betekent 'veel' of 'meerdere' 
Polysachariden zijn dus opgebouwd uit lange ketens (polymeren) van monosachariden.

De belangrijkste vorm van opslag van alfa glucose bij planten is zetmeel! Deze wordt opgeslagen in de leukoplasten van granen, fruit en aardappelen. Daarnaast hebben planten ook cellulose, bestaande uit polymeren van beta-glucose. Bieden stevigheid omdat de celwanden hiervan gemaakt worden.

Glycogeen (menselijke polysacharide), is de reservebrandstof bij dieren. Dit polymeer van alfa glucose wordt vooral opgeslagen in de lever en in de spieren.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is de molecuul formule van disachariden?
A
C6H12O6
B
C5H10O2
C
C12H22O11
D
C24H48O2

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke planten produceren veel sacharose?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet ik wat..
  • koolwaterstoffen inhouden.
  • waar koolhydraten uit zijn gebouwd.
  • wat mono, di en polysachariden zijn en voor dienen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
5.4 Eiwitten 
5.5 Lipiden 

Maken op Learnbeat:
Opgaven Koolhydraten wk 1

Slide 27 - Slide

This item has no instructions