Les 1 H5 Biomoleculen

Biomoleculen
Korte herhaling
- koolhydraten
- Eiwitten
zelftest
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Biomoleculen
Korte herhaling
- koolhydraten
- Eiwitten
zelftest

Slide 1 - Slide

Wat zijn de koolwaterstoffen die men in de natuur kan treffen?
A
eiwitten, vetten en koolhydraten
B
zuren, basen en enzymen
C
planten, dieren en mensen
D
biomoleculen, atomen en ionen

Slide 2 - Quiz

Wat zijn fossiele brandstoffen?

Slide 3 - Open question

Welke stof kom vrij tijdens de polymerisatie van biomoleculen
A
zuren
B
water
C
alkanen
D
eiwitten

Slide 4 - Quiz

Biomoleculen kunnen onder opname van water worden afgebroken. Hoe noemt men dit proces? Verklaar deze naam.

Slide 5 - Open question

Biomoleculen
Opgebouwd uit C,H en O
(CH2O)n

Slide 6 - Slide

Koolhydraten
Zijn opgebouwd uit C, H en O. Hun molecuulformule is weer te geven als (CH2O)n. Enkele voorbeelden zijn: Glucose en Zetmeel.

Organismen gebruiken ze als energieleveranciers en reservevoedsel. Daarnaast spelen ze ook een belangrijke rol bij de bescherming en stevigheid. 

De bouwstenen van koolhydraten zijn de enkelvoudige suikers, ook wel monosachariden genoemd.

Slide 7 - Slide

Monosachariden
Met drie, vijf en zes C-atomen komen het meest voor. De bekendste zijn de hexosen: glucose, galactose en fructose
Die hebben als molecuulformule: C6H12O6.

In een waterig milieu komen ze niet alleen als rechte ketens voor maar ook als ring. Er wordt dan een H-brug gevormd tussen de 1e C en het 5e C-atoom. Hierdoor ontstaat een zesring!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Uit welke drie atomen zijn koolhydraten opgebouwd? Geef de molecuulformule van een koolhydraat met vier C-atomen.

Slide 10 - Open question

Noem de drie bekendste monosachariden. Wat is de molecuulformule van deze hexosen?

Slide 11 - Open question

Glucose
Komt voor in bloed, fruit, honing en plantenbladeren. Het kan worden afgebroken tot CO2 en H2O. Bij deze afbraak komt energie vrij! DAAROM voor veel organismen belangrijk!

Heeft twee vormen alfa en beta. Wijst de OH-groep aan de C1 omlaag spreken we van alfa. Wijst het omhoog is het beta.



Slide 12 - Slide

Pentosen
Monosachariden met vijf C-atomen zijn ribose en de daarvan afgeleide stof desoxyribose. 

Bij desoxyribose ontbreekt de hydroxylgroep aan de C2. Ribose en deoxyribose zijn bouwstenen van de nucleïnezuren RNA en DNA. 

Slide 13 - Slide

Waarom speelt glucose een sleutelrol in de natuur?
A
Is een monosacharide
B
Is een koolhydraat
C
Het levert energie
D
Omdat het een zesring is

Slide 14 - Quiz

Wat is het verschil in structuurformule tussen alfa en beta glucose?

Slide 15 - Open question

Welk monosacharide zit in DNA? Wat is het verschil in structuur formule tussen dit monosacharide en ribose?
A
desoxyribose , er is geen verschil
B
ribose, mist een OH-groep
C
ribose, er is geen verschil
D
desoxyribose, mist een OH-groep

Slide 16 - Quiz

Disachariden
Tweevoudige suikers ontstaan doordat twee monosachariden onder afsplitsing van water met elkaar verbonden worden. Deze binding noemen we een glycosidische binding

Het bekendste disacharide, bestaande uit glucose en fructose, is sacharose (C12H22O11). Dit is gewone suiker dat ook in bijna alle planten zit, zoals in suikerriet en suikerbieten!

Slide 17 - Slide

Polysachariden
Poly betekent 'veel' of 'meerdere' 
Polysachariden zijn dus opgebouwd uit lange ketens (polymeren) van monosachariden.

De belangrijkste vorm van opslag van alfa glucose bij planten is zetmeel! Deze wordt opgeslagen in de leukoplasten van granen, fruit en aardappelen. Daarnaast hebben planten ook cellulose, bestaande uit polymeren van beta-glucose. Bieden stevigheid omdat de celwanden hiervan gemaakt worden.

Glycogeen (menselijke polysacharide), is de reservebrandstof bij dieren. Dit polymeer van alfa glucose wordt vooral opgeslagen in de lever en in de spieren.

Slide 18 - Slide

Wat is de molecuul formule van disachariden?
A
C6H12O6
B
C5H10O2
C
C12H22O11
D
C24H48O2

Slide 19 - Quiz

Welke planten produceren veel sacharose?

Slide 20 - Open question