taalcompleet B1 thema 4

taalcompleet B1 thema 4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

taalcompleet B1 thema 4

Slide 1 - Slide

Welke zin kun je maken met het werkwoord zouden?
Let op er komt een 2e werkwoord in de zin.

Slide 2 - Open question

met de volgende woorden 
gebruiken we te 



  • beginnen
  • durven
  • proberen
  • weigeren
  • beloven
  •  hoeven
  • vergeten
  • omgaan
  • besluiten
  • hopen 
  • vragen

Slide 3 - Slide

maak een zin met
te + beginnen + de opdracht

Slide 4 - Open question

maak een zin met
te + vergeten + inlog
kies niet/geen

Slide 5 - Open question

maak een zin met
te + proberen + fietsen

Slide 6 - Open question

maak een zin met
te + weigeren + examen

Slide 7 - Open question

maak een zin met
te + hoeven + koffiezetten
kies niet/geen

Slide 8 - Open question

maak een zin met
te + hopen + saldo

Slide 9 - Open question

met bepaalde stukjes kun de betekenis van het woord veranderen.
prettig of onprettig                                     
aardig of onaardig                                       
mogelijk of onmogelijk                
handig of onhandig
gevaarlijk of ongevaarlijk
afhankelijk of onafhankelijk
geschikt of ongeschikt

Slide 10 - Slide

vervangbaar   inklapbaar
bespreekbaar of onbespreekbaar
vervangbaar of onvervangbaar
bereikbaar of onbereikbaar
leesbaar of onleesbaar
draagbaar of ondraagbaar
betaalbaar of onbetaalbaar
verstaanbaar of onverstaanbaar

Slide 11 - Slide

...-achtig
melkachtig
bergachtig
kinderachtig
jongensachtig of meisjesachtig
kinderachtig

Slide 12 - Slide

...-loos of ....-loze
betekent een gebrek aan, of weinig ervan
werkloos 
slapeloos of slapeloze 
hopeloos of hopeloze
hulpeloos 
zorgeloos

Slide 13 - Slide

dictee 

Slide 14 - Slide