les Aardrijkskunde 3.1

3.1 Natuurlijke landschappen op aarde
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.1 Natuurlijke landschappen op aarde

Slide 1 - Slide

Planning
  • Uitleg
  • Quiz
  • Huiswerk
  • Feedback 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

• Ik kan verschillende landschappen van elkaar onderscheiden a.d.h.v. de negen geofactoren. 
• Ik kan landschappen binnen de context van het systeem aarde plaatsen en de ligging verklaren.

Slide 3 - Slide

Vorming van landschappen?

  • Geosfeer
  • Hydrosfeer
  • Biosfeer
  • Atmosfeer

Vormen de basis

Slide 4 - Slide

Geosfeer

Is..
Met de geosfeer(lithosfeer) wordt het deel van de aarde bedoeld dat wordt ingenomen door vast-gesteente materie, dat wil zeggen materie die afkomstig is of behoort tot de planeet Aarde.

Slide 5 - Slide

Hydrosfeer
Waar zit al het water op aarde?
Hydrosfeer is..
De hydrosfeer (uit Oudgrieks: ὕδωρ húdōr = water, en σφαῖρα sphaira = bol) is binnen de fysische geografie het geheel van water op, onder en boven het oppervlak van een planeet. Dit omvat dus alle oceanen, zeeën, rivieren, (pak)ijs, sneeuw en grondwater.  De hydrosfeer wordt beschreven door de hydrologie.

Slide 6 - Slide

Biosfeer
Is..
De biosfeer is het leefgebied van alle aardse organismen:
  • in de vaste aardbodem is de biosfeer met uitzondering van bacteriën enkele meters diep;
  • in de lucht is hij acht kilometer hoog tot waar er voldoende zuurstof is;
  • en in het water strekt hij zich uit tot op zeer grote diepten van soms 11 km (in diepzeetroggen).

Slide 7 - Slide

Atmosfeer
Is..
De aardatmosfeer of dampkring is de atmosfeer of lucht om de aarde.

De atmosfeer is door de zwaartekracht aan de aarde gebonden en neemt ook deel aan de aardrotatie. De atmosfeer is van essentieel belang voor het leven op aarde; zonder atmosfeer zou het leven op aarde niet mogelijk zijn. De atmosfeer tempert het zonlicht en beschermt tegen schadelijke straling zoals ultraviolette straling. In de atmosfeer speelt zich ook het weer af dat met de zeestromen de energiebalans van de aarde in stand houdt.

Slide 8 - Slide

Geofactoren
Geosfeer
(Asthenosfeer)
Hydrosfeer
Biosfeer
Atmosfeer
Gesteente en reliëf (substraat)
Water
Flora en Fauna
Weer en klimaat
Ondergrond en bodem(soorten) spelen hier een belangrijke rol.
Is bepalend voor de biosfeer
Is afhankelijk van bodem en klimaat
Model van geofactoren

Slide 9 - Slide

Bodem


Lagen heeten 'horizonten'
Voedingstof rijke laag bevat veel 'humus'

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Landschapszones

Slide 12 - Slide

1. Tropisch regenwoud
  • Tussen keerkringen en evenaar
  • Temp. nooit onder de 18 graden
  • Bodem (rood-latosol) niet vruchtbaar door hoeveelheid neerslag en uitspoeling

Slide 13 - Slide

2. Sub-tropisch
  • min. 8 maanden per jaar 10 graden of hoger
  • Bodem rood-geel
  • Neerslag hele jaar of droog seizoen
  • savanne en loofwouden

Slide 14 - Slide

3. Gematigde zone
  • temp. onder invloed van zee, gematigde winter en zomer of grote verschillen tussen winter en zomer
  • loofbossen 
  • combinatie loofbossen en naaldbossen in koudere gebieden
  • Temp. warmer dan 10 graden min. 4 maanden

Slide 15 - Slide

4. Boreale zone
  • enkele maanden warmer dan 10 graden
  • Bodem = Podzol = grijs
  • naaldbossen
  • weinig neerslag 

Slide 16 - Slide

5. Polaire zone
  • Temp nooit boven 10 graden
  • -45
  • neerslag = sneeuw
  • geen bomen
  • bodem = permafrost weinig horizonten

Slide 17 - Slide

6. (Semi)aride zone
  • temp. grote rol
  • liggen door zones 1, 2 en 3 heen
  • weinig regen, regenschaduw, afstand tot zee
  • Steppen of woestijnen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Tekst
Tekst
plaats in elk vak een oranje ls zone en een groene plantengroei
steppe
(semi)aride ls zone
regenwoud
 savanne
(semi)aride ls zone
subtrop. ls zone 
mediterraan
woestijn
tropische ls zone
tropische ls zone
loofwoud
gematigde ls zone
naaldwoud, taiga
boreale ls zone

ijs
polaire ls zone
 toendra
polaire ls zone

Slide 20 - Drag question

gematigde zones
polaire zone
boreale
zone
subtropische zone
dichtbevolkt
alleen Noordelijk halfrond
leerachtige bladeren
geen bomen

Slide 21 - Drag question

Vragen?

Slide 22 - Slide




Aan de slag
Maak 2,3 en 6 van §3.1

Slide 23 - Slide

Zijn de leerdoelen van deze les behaalt?
Ja
Nee

Slide 24 - Poll

Hoe kijk je terug op deze les en waarom?

Slide 25 - Open question

Welke tip zou je willen meegeven aan ons?

Slide 26 - Open question

Wat vond je leuk aan deze les?

Slide 27 - Open question

Wat gaat goed in 3.1, wat is nog moeilijk?

Slide 28 - Open question