leesvaardigheid 2kader

voorvoegsel
achtervoegsel
samenstelling
hertrouwen
kleurloos
onbetrouwbaar
ontkomen
smaakvol
studieadvies
uitbouwen
1 / 18
next
Slide 1: Drag question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 22 min

Items in this lesson

voorvoegsel
achtervoegsel
samenstelling
hertrouwen
kleurloos
onbetrouwbaar
ontkomen
smaakvol
studieadvies
uitbouwen

Slide 1 - Drag question

Wat zijn woordraadstrategieën bij het lezen van een lastige tekst?
A
synoniem zoeken en vragen stellen
B
synoniem en tegenstelling zoeken
C
signaalwoorden herkennen

Slide 2 - Quiz

Hoe kun je zien of je een deel van het woord al kent?
A
kijken naar voor- en achtervoegsels
B
de volgende alinea lezen
C
tussenkopjes lezen

Slide 3 - Quiz

Soms is de tweede zin de kernzin van de alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

In het slot van een tekst lees je vaak een samenvatting, conclusie of advies.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Bij het tekstverband tijdsvolgorde horen de signaalwoorden:
A
ook, verder, en
B
bijvoorbeeld, zo, als
C
nu, later, nadat

Slide 6 - Quiz

buren
de gedachte die een verschijnsel verklaart
geliefder
het donker
iets wat iets anders bekent dan de gewone betekenis
is ontstaan in
komt uit een ander land
duisternis
symbool
theorie
omwonenden
overgewaaid
stamt uit
populairder

Slide 7 - Drag question

Noem twee signaalwoorden die horen bij het tekstverband 'opsomming'.

Slide 8 - Open question

Die auto was een enorme miskoop!
'Miskoop' is een voorbeeld van een woord met een:
A
synoniem
B
voorvoegsel
C
achtervoegsel
D
samenstelling

Slide 9 - Quiz

'Hij zat non-stop op zijn nagels te bijten.
'Non-stop' betekent:
A
nooit
B
af en toe
C
zonder te stoppen

Slide 10 - Quiz

Ik vind dat sommige YouTubers echt een wansmaak hebben.
'wansmaak' is een voorbeeld van een woord met een:
A
synoniem
B
achtervoegsel
C
samenstelling
D
voorvoegsel

Slide 11 - Quiz

Geef een voorbeeld van een tegenstelling.

Slide 12 - Open question

Wat is een synoniem van het woord 'steunen'?
A
aanbieden
B
beschermen
C
helpen

Slide 13 - Quiz

Wat zijn bijzaken in een tekst?

Slide 14 - Open question

Het woord 'gezondheidsrisico' is een voorbeeld van een woord met een:
A
samenstelling
B
tegenstelling
C
achtervoegsel

Slide 15 - Quiz

Een mening
A
vertelt waarom iemand iets vindt
B
is hetzelfde als een standpunt
C
kun je controleren

Slide 16 - Quiz

Noem twee signaalwoorden waaraan je een argument herkent in een tekst

Slide 17 - Open question

beademde
dat wat je nodig hebt om iets te bereiken
een apparaat waarmee het hartritme hersteld kan worden
in het bijzonder
ingeïnteresseerd
vergeleken met andere dingen
reanimeerde
voornamelijk
defibrilator
onverschillig
relatief
investering

Slide 18 - Drag question