13.2 Zonnestelsel en Heelal
Sterren (en alle voorwerpen) zenden straling uit, afhankelijk van hun (oppervlakte) temperatuur.
Deze straling valt binnen het elektromagnetische spectrum.
Alle straling uit het EM spectrum plant zich voort (in lucht/vacuüm) voort met de lichtsnelheid c.
De straling wordt gekenmerkt door zijn frequentie: c = λf -> f = c / λ.
Hoe hoger de frequentie van de straling, hoe meer energie elk 'stralingsdeeltje' heeft: Ef = h f.
Alle uitgezonden straling en hun intensiteit vormen samen de Planck-kromme.
Hoe hoger de temperatuur, hoe meer straling (van elke frequentie) wordt uitgezonden.
Hoe hoger de temperatuur, hoe kleiner de golflengte van de meest uitgezonden straling.
Wet van Wien: kw = λmax T. Hierin is λmax de meest uitgezonden golflengte.