This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Tijdens een raketlancering geldt dat...
A
de gravitatie-energie gelijk blijft
B
de gravitatie-energie toeneemt
C
de gravitatie-energie afneemt
D
er geen gravitatie-energie is
Slide 2 - Quiz
Het verband tussen de afstand en intensiteit van een ster is …
A
kwadratisch
B
omgekeerd kwadratisch
C
evenredig
Slide 3 - Quiz
Voor een bron die zich van ons af beweegt wordt de …........... van de uitgezonden straling groter.
A
golflengte
B
frequentie
C
snelheid
Slide 4 - Quiz
De door een ster uitgezonden straling bestaat voor een deel uit (zichtbaar) licht. Het uitgezonden rode licht heeft, in vergelijking met het uitgezonden blauwe licht ...
Rood licht
Blauw licht
kleinere golflengte
grotere golflengte
kleinere frequentie
grotere frequentie
kleinere fotonenergie
grotere fotonenergie
Slide 5 - Drag question
De ster Aldebaran is een
A
Hete en heldere ster
B
Koele en heldere ster
C
Hete en vage ster
D
Koele en zwakke ster
Slide 6 - Quiz
De massa van alle planeten in ons zonnestelsel bij elkaar opgeteld is … dan de massa van de zon.
A
ongeveer gelijk
B
kleiner
C
groter
Slide 7 - Quiz
Zwarte gaten zijn
A
ruimtevullers
B
donkere gaten
C
plekken met enorme zwaartekracht
D
zwaartekrachtbommen
Slide 8 - Quiz
Welke sterren hebben zwakke lichtkracht en hoge temperatuur?
A
Reuzen
B
Sterren op de hoofdreeks
C
Witte dwergen
D
Super reuzen
Slide 9 - Quiz
Hiernaast staan Planckkrommen van drie voorwerpen. Zet ze in volgorde van laagste naar hoogste temperatuur.
A
ABC
B
BCA
C
CAB
D
CBA
Slide 10 - Quiz
Bij roodverschuiving wordt de golflengte van het licht ....
A
langer
B
korter
C
geen van beide
Slide 11 - Quiz
Als een ster naar ons toe beweegt wordt er blauwverschuiving waargenomen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
In het HR-diagram is de zon een
A
hoofdreeksster
B
rode reus
C
witte dwerg
D
blauwe reus
Slide 13 - Quiz
Hoe groot is in de stralingskromme hiernaast λmax?
A
250 nm
B
650 nm
C
1000 nm
D
3000 nm
Slide 14 - Quiz
In een absorptiespectrum vind je lijnen rond de 650 nm en 420 nm. Van welk atoom kunnen deze beiden afkomstig zijn? (Neem een marge van +/- 10 nm)
Kijk in tabel 20 welk atoom rond beide genoemde golflengtes een emissielijn heeft.
A
Waterstof (H)
B
Calcium (Ca)
C
Strontium (Sr)
D
Geen van deze 3.
Slide 15 - Quiz
Zet de planeten op volgorde;
van dichtst bij de zon tot het verst van de zon af.
dichtst bij zon
verst van zon
Venus
Jupiter
Saturnus
Mars
Neptunus
Slide 16 - Drag question
Hoe lang doet het licht erover om van de zon naar de aarde te komen?
A
8 seconden
B
8 minuten
C
8 uur
D
8 lichtjaar
Slide 17 - Quiz
Het terugvallen van een elektron naar een lagere toestand heet...
A
absorptie
B
emissie
Slide 18 - Quiz
De sterren uit een sterrenbeeld staan bij elkaar in de buurt.
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen 's nachts
Slide 19 - Quiz
We weten hoe het heelal er op dit moment uit ziet.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Elk atoom van je lichaam is ooit onderdeel van een ster geweest.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Alle informatie die we over sterren hebben is afkomstig van straling.