This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Ecologie
Herhaling / afronding / toetsvoorbereiding
Slide 1 - Slide
Zet onderstaande schakels in de juiste volgorde in de voedselketen
A
sprinkhaan - gras - havik - hagedis - bacterie
B
gras - bacterie - sprinkhaan - hagedis - havik
C
bacterie - gras - sprinkhaan - hagedis - havik
D
gras - sprinkhaan - hagedis - havik - bacterie
Slide 2 - Quiz
Welke organismen vormen altijd de eerste schakel van een voedselketen?
A
Alleseters
B
Organismen met bladgroen
C
Planteneters
D
Vleeseters
Slide 3 - Quiz
In welke schakel vindt fotosynthese (=koolstofassimilatie) plaats?
A
Alleen producenten
B
Alleen consumenten
C
Zowel producenten en consumenten
D
Niet in producenten of consumenten
Slide 4 - Quiz
Welke schakel bestaat uit heterotrofe organismen?
A
Producenten
B
Consument 2e en 3e orde
C
Alle consumenten
D
Alle producenten en consumenten
Slide 5 - Quiz
Neemt de hoeveelheid biomassa in elke volgende schakel toe of af?
A
Neemt toe
B
Neemt af
Slide 6 - Quiz
Een Surinaamse klas is op excursie naar een zoetwaterplas. De leerlingen onderzoeken het leven in het water. In de afbeelding zie je enkele voedselrelaties. De schakels 1, 2 en 3, zijn niet ingevuld.
Kikkervisjes eten alleen organismen uit schakel 1. 12 Tot welke groep behoren kikkervisjes?
A
Tot de alleseters.
B
Tot de planteneters.
C
Tot de vleeseters.
Slide 7 - Quiz
Consumenten
Je kunt de consumenten op volgorde in de voedselketen nummeren.
Producenten worden gegeten door consumenten van de eerste orde. Die worden gegeten door consumenten van de tweede orde, enz.
Slide 8 - Slide
Hoe worden de planteneters in een voedselketen ook wel genoemd?
A
consumenten van de eerste orde
B
consumenten van de tweede orde
C
producenten
D
reducenten
Slide 9 - Quiz
Rollen in een voedselketen
De laatste schakel wordt gevormd door de reducenten: de schimmels en bacteriën die het dode materiaal helemaal omzetten naar mineralen, water en koolstofdioxide.
Slide 10 - Slide
Reducenten
voortgezette assimilatie
dissimilatie
Slide 11 - Slide
Autotroof <-> heterotroof
autotroof. -> zelfvoedend
-> planten, cyanobacteriën -> fotosynthese
heterotroof -> een ander nodig hebben voor voedsel
-> meeste schimmels, dieren, bacteriën, archaea
Slide 12 - Slide
Als een organisme geen ander organisme nodig heeft als voedsel noemen we dit: