This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
BS 2 Voedselrelaties en kringlopen - deel 1
Slide 1 - Slide
Doel BS 2
* Je kunt in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven
* Je kunt de groepen organismen in de kringlopen van stoffen beschrijven
Slide 2 - Slide
Begrippen BS 2
fotosynthese
producenten
consumenten (eerste/ tweede orde)
afvaleters
reducenten
kringloop
autotroof
heterotroof
Slide 3 - Slide
Abiotische factor
Biotische factor
Temperatuur
Roofdieren
Voedsel
Neerslag
Bacterie
Bescherming door struiken
Slide 4 - Drag question
Voedsel
Indeling in de Biologie naar
welk type voedsel je eet:
1. planteneters
2. vleeseters
(3. alleseters)
Kijk even goed naar dit plaatje,
wat zijn de vleeseters?
Slide 5 - Slide
Wat zijn de vleeseters in dit plaatje?
A
Alleen de zeehond
B
Zeehond en kabeljauw
C
Zeehond, kabeljauw en haring
D
Zeehond, kabeljauw, haring en krill
Slide 6 - Quiz
Rollen in een voedselketen
Producenten:
Planten (en algen) staan altijd onderaan een voedselketen.
Zij zijn in staat tot fotosynthese:
water + koolstofdioxide + zonlicht -> glucose + zuurstof
Slide 7 - Slide
Producenten
Uit die glucose kan de plant allerlei andere stoffen maken om te groeien (vruchten, bloemen, bladeren, stengel). Hiervoor heeft hij ook mineralen uit de bodem nodig.
Je noemt de planten producenten.
Slide 8 - Slide
Rollen in een voedselketen
Dieren eten de planten en gebruiken de stoffen die de planten hebben geproduceerd.
Die dieren heten consumenten.
Ook dieren die dieren eten heten consumenten.
Slide 9 - Slide
Consumenten
Je kunt de consumenten op volgorde in de voedselketen nummeren.
Producenten worden gegeten door consumenten van de eerste orde. Die worden gegeten door consumenten van de tweede orde, enz.
Slide 10 - Slide
Welke rol heeft de leeuw in dit voedselweb?
Slide 11 - Slide
Welke rol heeft de leeuw in dit voedselweb?
A
Consument van de 1e orde
B
Consument van de 2e orde
C
Consument van de 3e orde
D
Consument van de 4e orde
Slide 12 - Quiz
Welke rol(len) heeft de baviaan in dit voedselweb?
Slide 13 - Slide
Welke rol(len) heeft de baviaan in dit voedselweb?
A
Consument van de 2e orde
B
Consument van de 2e en de 4e orde
C
Consument van de 3e orde
D
Consument van de 3e en de 5e orde
Slide 14 - Quiz
Rollen in een voedselketen
Dode planten en dieren worden gegeten door afvaleters (pissebedden, regenwormen, enz).
Dit zijn ook consumenten.
Slide 15 - Slide
Rollen in een voedselketen
De laatste schakel wordt gevormd door de reducenten: de schimmels en bacteriën die het dode materiaal helemaal omzetten naar mineralen, water en koolstofdioxide.
Slide 16 - Slide
Kringloop
De producenten, consumenten, afvaleters en reducenten vormen een kringloop.
Slide 17 - Slide
Autotroof en heterotroof
Organismen die als voedsel geen andere organismen nodig hebben noem je autotroof.
Auto = zelf
Troof = voeden
Slide 18 - Slide
Autotroof en heterotroof
Organismen die als voedsel wel andere organismen nodig hebben noem je heterotroof.
Hetero = ander
Troof = voeden
Slide 19 - Slide
Bamboe is (1) en een panda is (2)
A
(1) autotroof, (2) autotroof
B
(1) autotroof, (2) heterotroof
C
(1) heterotroof, (2) autotroof
D
(1) heterotroof, (2) heterotroof
Slide 20 - Quiz
Producenten
Consumenten
Reducenten
Planten
Afvaleters
Vleeseters
Algen
Heterotroof
Planteneters
Autotroof
Schimmels
Fotosynthese
Bacteriën
Dieren
Slide 21 - Drag question
Doel BS 2
* Je kunt in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven
* Je kunt de groepen organismen in de kringlopen van stoffen beschrijven