Lezen hoofdstuk 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Lezen hoofdstuk 3

kernzin en toelichting

verwijswoorden
hoofdzaken en bijzaken

In deze les

• Welkom en afspraken maken
• Quiz: wat weet je al over het lezen van teksten?
• Uitleg: hoofd- en bijzaken, kernzin en toelichting, verwijswoorden
• Samen doen: opdracht 1 en opdracht 2 op blz. 100 maken.
• Zelfstandig doen: opdracht 3 t/m 7 op blz. 100 en 101 maken.
• Bespreken: opdracht 3 en 4 op blz. 100 en 101.
• Afsluiten: vragenvuur 
  
  Huiswerk: opdracht 5 t/m 7 op 101 moeten af zijn.

DOELEN VAN VANDAAG

• Je kunt aan het einde van de les uitleggen wat een kernzin is.
• Je kunt aan het einde van de les de kernzin van een alinea aanwijzen.
• Je kunt vertellen waar een verwijswoord uit de tekst naar verwijst.

De grote leesquiz

Wat weet jij nog?

Luister naar het verhaal 'Poep'

Luister naar het verhaal Poep van Manon Uphoff

Het onderwerp schrijf je altijd in één woord of in een paar woorden op.

1. Dat is zo.
2. Dat is niet zo.

Je vindt het onderwerp van een tekst niet door jezelf een vraag te stellen.

1. juist
2. onjuist

Een alinea is een titeltje boven een stukje tekst.

1. waar
2. niet waar

Soms begint de eerste regel van een nieuwe alinea met een stukje wit.

1. waar
2. niet waar

Een alinea begint altijd op een nieuwe regel.

1. Helemaal waar!
2. Dat is kletspraat!

Een tekst bestaat vaak uit drie delen.

1. waar
2. niet waar

De inleiding van een tekst bestaat altijd uit 3 alinea's.

1. Dat klopt!
2. Dat is echt onzin!

In ieder tekst vind je wel deeltitels.

1. waar
2. niet waar

Een inleiding zit vaak aan de tekst vast.

1. waar
2. niet waar

Het slot van een tekst bestaat vaak uit 1 alinea.

1. Dat is zo.
2. Daar klopt helemaal niets van.

In het slot maakt de schrijver duidelijk wat het onderwerp van een tekst is.

1. Ja, dat klopt.
2. Nee, dat klopt niet.

Bij verkennend lezen lees je de hele tekst goed door.

1. waar
2. niet waar

Bij verkennend lezen let je niet op...

1. de titel
2. het slot
3. de bron
4. je telefoon

Een mening is meestal te controleren.

1. waar
2. niet waar

Justin Bieber is een goede zanger.

1. Dit is een feit.
2. Dit is een mening.

Welke manier van lezen hoort er niet bij?

1. studerend lezen
2. nauwkeurig lezen
3. verkennend lezen
4. onrustig lezen

Wat is een kernzin?

Een kernzin is een zin in de alinea met de belangrijkste informatie van de alinea.

Vaak is het de eerste zin van de alinea.

Wat is de kernzin van deze alinea?

Het nummer gaat over een goede vriendin die de zanger is verloren. 'Zij had de liefde van haar leven en op een gegeven moment was die er niet meer. Tot het einde heeft zij gehoopt dat hij terug zou komen. Die hoop heb ik in Arcade gestopt', vertelde Duncan tegen Matthijs van Nieuwkerk. Hij schreef het nummer tijdens zijn studie op de Rockacademie in Tilburg. 

Verwijswoorden

Verwijswoorden in een tekst verwijzen naar één of meer woorden in de tekst en soms naar een hele zin.

Mijn buurjongen kwam gisteren langs. Hij had een nieuwe game gekocht.

Wie heeft een nieuwe game gekocht? Mijn buurjongen.

Hij verwijst dus naar 'mijn buurjongen'.

Waar verwijst 'het' naar?
Ik heb een glas in de kamer laten vallen. Het gleed uit mijn handen.

Samen doen: opdracht 1 en opdracht 2 op blz. 100 maken.

Zelfstandig doen: opdracht 3 t/m 7 op blz. 100 en 101 maken.

Bespreken: opdracht 3 en 4 op blz. 100 en 101.