herhaling ww

• Duits
• MBO
• Studiejaar 2

Was machen wir ?

A Herhaling:

    -  persoonlijk voornaamwoorden

    - haben + sein

 B  Nieuw:

    -  (zwakke) werkwoorden (Verben)

   

Wie machen wir das?

A - uitleg (klassikaal)

   - spel (drie-/viertallen)

B - zelfstandig

www.duits.de

www.duits.de

(FE)E-ST-T-EN-T-EN

Wat is het verschil tussen 

sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden?

e - st - t- en - t - en

www.duits.de

www.duits.de

Verben üben >  Spiel 

machen
Warum ... er das?

1. machen
2. macht
3. mache
4. machst

wohnen
Wo ..........................du?

1. wohnt
2. wohnen
3. wohnst
4. wohne

arbeiten
Wann ..........................Sie?

1. arbeiten
2. arbeitet
3. Arbeiten
4. arbeit

suchen
Was .......................... dieser Kunde?

1. suche
2. sucht
3. suchst
4. suchen

heißen
Wie .......................... du?

1. heißen
2. heißest
3. heißt
4. heiße

finden
Wo .......................... ich die Hosen?

1. findet
2. finden
3. find
4. finde

haben
Warum .......................... du das gekauft?

1. hast
2. bist
3. habe
4. hat

sein
.......................... ihr im Laden?

1. Sind
2. Ist
3. Seid
4. Sein

Vertaal:
Waar woon jij?

Vertaal:
Hebben jullie geld?

Vertaal:
U betaalt het eten.

Vertaal:
Hij telt het geld.

Vraag aan deze vrouw hoe ze heet .

Vraag aan een klasgenoot waar hij/zij werkt

duits.methode.prd.malmberg.nl