This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Bonjour tout le monde
Slide 1 - Slide
Ik heb zo'n zin in deze les, heb hier heel de dag op gewacht!
Ja
Ja
Slide 2 - Poll
Qu'est-ce que on va faire aujourd'hui?
Programme du cours
Les verbes aimer, adorer, détester et préférer
Faire ex. 16B en 16C
Lesdoel: aan het einde van deze les weet ik dat ik de bij werkwoorden aimer, détester, adorer et préferer een lidwoord moet toevoegen en kan ik dit toepassen.
Slide 3 - Slide
Aantekening
Een hekel hebben aan = détester
Dol zijn op = adorer
Liever hebben = préférer
Houden van = aimer
Slide 4 - Slide
Is er iets bijzonders aan deze werkwoorden?
A
Nee
B
Weet ik veel
C
Ja
D
Zal mij niks verbazen
Slide 5 - Quiz
Aantekening!!!!!
Na de regelmatige werkwoorden adorer, aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans meestal le, la, l' of les
In het Nederlands gebruik je hier géén lidwoord!
Voorbeeld:
Mijn ouderszijn dol op tennis-> Mes parentsadorentletennis
Slide 6 - Slide
Na de werkwoorden adorer,aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans .......
A
le, de, da, des
B
les
C
le, la, l' of les
D
l'
Slide 7 - Quiz
Je préfère musique
Vrai
Faux
Slide 8 - Poll
Le - La - L' - Les
Tu aimes beaucoup ........ chiens?
Claire déteste .............. histoire.
On déteste ......... maths.
J'adore ....... chocolat.
Slide 9 - Slide
Welke zin is juist?
A
Elle préfère l'anglais
B
Elle préfère le anglais
Slide 10 - Quiz
welke zin is juist? (ik heb een hekel aan huiswerk)
A
Je déteste devoirs
B
Je déteste les devoirs
Slide 11 - Quiz
Welke zin is juist? (Hij is dol op spelletjes)
A
Il adore les jeux
B
Il adore la jeux
C
Il adore jeux
Slide 12 - Quiz
Wij hebben liever geschiedenis
A
Nous préferons histoire
B
Nous préferons l'histoire
Slide 13 - Quiz
Wat heb je geleerd vandaag en vond je het lastig/te doen?