aimer, adorer, préférer, détester

Bonjour tout le monde
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde

Slide 1 - Slide

Ik heb zo'n zin in deze les, heb hier heel de dag op gewacht!
Ja
Ja

Slide 2 - Poll

Aantekening
Een hekel hebben aan = détester 
Dol zijn op                         = adorer
Liever hebben                 = préférer
Houden van                      = aimer

Slide 3 - Slide

Is er iets bijzonders aan deze werkwoorden?
A
Nee
B
Weet ik veel
C
Ja
D
Zal mij niks verbazen

Slide 4 - Quiz

Aantekening!!!!!
  1. Na de regelmatige werkwoorden adorer, aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans meestal le, la, l' of les
  2. In het Nederlands gebruik je hier géén lidwoord!
  3. Voorbeeld: 
    Mijn ouders zijn dol op tennis -> Mes parents adorent le tennis

Slide 5 - Slide

Na de werkwoorden adorer,aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans .......
A
le, de, da, des
B
les
C
le, la, l' of les
D
l'

Slide 6 - Quiz

Je préfère musique
Vrai
Faux

Slide 7 - Poll

Le - La - L' - Les
  1. Tu aimes beaucoup ........ chiens (meervoud)?
  2. Claire déteste  ..............  histoire. 
  3. On déteste ......... maths. (meervoud)
  4. J'adore ....... chocolat. (mannelijk)

Slide 8 - Slide

Welke zin is juist?
A
Elle préfère l'anglais
B
Elle préfère le anglais

Slide 9 - Quiz

welke zin is juist?
(ik heb een hekel aan huiswerk)
A
Je déteste devoirs
B
Je déteste les devoirs

Slide 10 - Quiz

Welke zin is juist?
(Hij is dol op spelletjes)
A
Il adore les jeux
B
Il adore la jeux
C
Il adore jeux

Slide 11 - Quiz

Wij hebben liever geschiedenis
A
Nous préferons histoire
B
Nous préferons l'histoire

Slide 12 - Quiz

Wat heb je geleerd vandaag en vond je het lastig/te doen?

Slide 13 - Open question

Au travail!

Slide 14 - Slide