Les verbes aimer, détester, adorer et préférer

Bonjour tout le monde
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Qu'est-ce que on va faire aujourd'hui?

Programme du cours
  • Les verbes aimer, adorer, détester et préférer
  • Dictee apprendre 4

Lesdoel: aan het einde van deze les weet ik dat ik de bij werkwoorden aimer, détester, adorer et préferer een lidwoord moet toevoegen en kan ik dit toepassen.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen bespreken + planning
Aantekening
Ik heb een hekel aan = détester 
Ik ben dol op                 = adorer
ik heb liever                   = préférer
ik hou van                       = aimer

Slide 3 - Slide

Introductie grammatica
Stukje aantekening, leerlingen nemen het over
Is er iets bijzonders aan deze werkwoorden?
A
Nee
B
Weet ik veel
C
Ja
D
Zal mij niks verbazen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Aantekening!!!!!
  1. Na de regelmatige werkwoorden adorer, aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans meestal le, la, l' of les
  2. In het Nederlands gebruik je hier géén lidwoord!
  3. Voorbeeld: 
    Mijn ouders zijn dol op tennis -> Mes parents adorent le tennis

Slide 5 - Slide

Stukje theorie
Aantekening laten maken
Na de werkwoorden adorer,aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans .......
A
le, de, da, des
B
les
C
le, la, l' of les
D
l'

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het handig om dit te weten?

Slide 7 - Open question

Betekenis geven
Je préfère musique
Vrai
Faux

Slide 8 - Poll

Testen of het stukje grammatica is overgekomen
Le - La - L' - Les
  1. Tu aimes beaucoup ........ chiens?
  2. Claire déteste  ..............  histoire.
  3. On déteste ......... maths.
  4. J'adore ....... chocolat.

Slide 9 - Slide

Oefening
Welke zin is juist?
A
Elle préfère le bus
B
Elle préfère l'bus

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Dictee

Slide 11 - Slide

Dictee woordjes apprendre lijst
Leerlingen kiezen volgens hen het goede antwoord
Wat is de juiste vertaling?

La matière
A
De auto
B
De school
C
Het schoolvak
D
Het rooster

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke vertaling is juist?
Goed in ->
A
Fort en
B
Bon
C
Mal
D
Fort

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Geef de juiste vertaling.
Sauf
A
Goedzo
B
Behalve

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De vertaling van het werkwoord:
adorer

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Vind je dat je de woordjes al goed kent?
A
Ja
B
Nee
C
Ik ken het wel, maar ik moet iets beter leren
D
Ik vind het lastig

Slide 16 - Quiz

Wat vinden de leerlingen zelf?
Lesdoel: aan het einde van deze les weet ik dat ik de bij werkwoorden aimer, détester, adorer et préferer een lidwoord moet toevoegen en kan ik dit toepassen.

Slide 17 - Slide

Herhalen lesdoel
Wat heb je geleerd vandaag en vond je het lastig/te doen?

Slide 18 - Open question

Evalueren wat de leerlingen hebben geleerd en hoe zij het vonden gaan