7.3 t/m 7.5

H7 GEDRAG
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H7 GEDRAG

Slide 1 - Slide

check voorkennis

Slide 2 - Slide

fourageergedrag (voedselzoekgedrag) is net als rust- en voortplantingsgedrag belangrijk. Leg uit wat volgens jou de functie van fourageergedrag is

Slide 3 - Open question

De functie van succesvol gedrag is vrijwel altijd:

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Benoem wat volgens jou de inwendige- en uitwendige prikkels zijn die er voor zorgen dat je gaat eten

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

De kuikens van de meeuw beginnen zodra ze een snavel met een rode stip zien gelijk op die snavel te pikken (altijd). Die rode snavel is voor deze kuikens een:
A
Inwendige prikkel
B
Supranormale prikkel
C
Uitwendige prikkel
D
Sleutelprikkel

Slide 8 - Quiz

De koekoek legt eieren in het nest van de karekiet. Zodra deze karekiet dit abnormaal grote ei en jong ziet, begint dit vogeltje extra goed voor dit jong te zorgen. Het koekoeksjong is voor de karekiet een:
A
Inwendige prikkel
B
Supranormale prikkel
C
Uitwendige prikkel
D
Sleutelprikkel

Slide 9 - Quiz


A
Erfelijk, sleutelprikkel
B
Erfelijk, geen sleutelprikkel
C
Niet erfelijk, sleutelprikkel
D
Niet erfelijk, geen sleutelprikkel

Slide 10 - Quiz

7.3 t/m 7.5 leerdoelen
Ik kan


  • uitleggen wat de functie is van gedrag
  • uitleggen waaruit overlevingsgedrag, territoriumgedrag, groepsgedrag en voortplantingsgedrag bestaat en voorbeelden noemen en herkennen

Slide 11 - Slide

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: voortplantingsgedrag, balts, broedzorg, solitaire leefwijze, sociale leefwijze, dominant gedrag, onderworpen gedrag, rangorde/ pikorde, voedselzoekgedrag, territoriumgedrag.

  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

Slide 12 - Slide

Waarom?
  1. Welke functie heeft gedrag in de natuur?
  2. Wat is de directe aanleiding voor gedrag?
  3. Hoe ontstaat gedrag tijdens de ontwikkeling van een dier?
  4. Hoe verandert gedrag in de loop van de evolutie?


Slide 13 - Slide

Daarom!
  1. Succesvol gedrag leidt tot overleving, groei en voortplanting
  2. Gedrag ontstaat als reactie op inwendige en uitwendige prikkels
  3. Succesvol gedrag wordt geleerd door: inprenting, gewenning, imitatie, oefening, operant- en klassiek conditioneren en inzicht.
  4. volgt in de bovenbouw

Slide 14 - Slide

prikkels
inwendig: waargenomen door inwendige lichaamszintuigen
uitwendig: waargenomen door uitwenige zintuigen (zicht, geur,  tast, geluid)

sleutelprikkel: prikkel waarop (vrijwel) altijd hetzelfde gedrag volgt
supra-normale prikkel: prikkel die (vrijwel) altijd  een sterker dan normale reactie oproept.

Slide 15 - Slide

Doel
Je kent verschillende gedragssystemen en de functie daarvan. Met name territoriumgedrag, voedselzoekgedrag en voortplantingsgedrag.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat zijn de flamingo's hier volgens jou aan het doen?? En waarom?

Slide 18 - Open question

Flamingo's
functie?

aanleiding?

aangeleerd?

Slide 19 - Slide

Voortplantingsgedrag
balts: Ritueel dat lijdt tot het selecteren van een geschikte (gezonde) partner van dezelfde soort.

broedzorg: Handelingen van ouderdieren die zorgen voor een hogere overlevingskans van jongen.

Nut?

Slide 20 - Slide

Bij de flamingo begint de balts als zich tijdens het broedseizoen voldoende vogels verzameld hebben. Dit komt, omdat
A
De motivatie voor baltsgedrag is gestegen boven een drempelwaarde
B
Een andere flamingo een sleutelprikkel is
C
Een andere flamingo een supra-normale prikkel is

Slide 21 - Quiz

Wat kunnen ouderdieren allemaal doen om de overlevingskans van een jong te vergroten?

Slide 22 - Open question

Wat is volgens jou een territorium? Hoe kan het hebben van een territorium leiden tot het grootbrengen van méér gezonde jongen?

Slide 23 - Open question

territoriumgedrag
veel soorten hebben een territorium
territorium = voedsel en ruimte voor voortplanting

gedragssysteem territoriumgedrag:
- afbakenen
- verdedigen
- indringers aanvallen

Slide 24 - Slide

   Groepsdieren
Veel dieren leven in een groep = betere bescherming tegen aanvallen & taakverdeling

Slide 25 - Slide

Noem een voorbeeld van groepsdieren waarin er een taakverdeling binnen de groep is (en noem ook de verschillend taken)

Slide 26 - Open question

Taakverdeling
In groepen is het belangrijk een taakverdeling te hebben



soms wisselende rollen zoals bij stokstaartjes
soms vaste rollen zoals bij bijen en mieren

Slide 27 - Slide

Noem een diersoort waarin er een duidelijke rangorde is binnen een groep

Slide 28 - Open question

Rangorde
Binnen een groep dieren is er altijd een rangorde

Dominant: overheersend 
Onderdanig: onder dominant 

Is de rangorde duidelijk in groepen dan is er weinig ruzie!

Bij kippen heet de rangorde de pikorde

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

7.5
Maak de basiskennisvragen
Maak de toetsvragen

Klaar? Denk alvast na over met wie je het onderzoek zou willen doen (en denk alvast na over een onderzoek)

Slide 31 - Slide

Maak een foto van de gemaakte en nagekeken opdrachten van 7.2 en 7.5

Slide 32 - Open question