SE Quiz- basis

1 / 13
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Neem de samenvatting door!
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Wanneer is een probleem een maatschappelijk probleem?
A
Als veel mensen er last van hebben en de politiek nodig is om het probleem op te lossen
B
Als er veel media aandacht is voor dit probleem
C
Als veel mensen er last van hebben + de politiek nodig is om het probleem op te lossen + het probleem veel aandacht krijgt in de media
D
Als er verschillende meningen bestaan over dit probleem en de politiek het moet oplossen

Slide 3 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van aangeboren eigenschappen?
A
ADHD
B
PTSS
C
Autisme
D
Doorzettingsvermogen

Slide 4 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van aangeleerde eigenschappen?
A
Goed voetballen
B
Doorzettingsvermogen
C
Autisme
D
ADHD

Slide 5 - Quiz

Wat is een waarde?
A
Iets wat je belangrijk vindt
B
Iets wat je kunt delen
C
Iets wat je kunt maken
D
Iets waar je graag mee bezig bent

Slide 6 - Quiz

Wat is een norm?
A
Een afspraak
B
Een begrip
C
Een doel
D
Een regel

Slide 7 - Quiz

Waardoor kunnen normen en waarden verschillen?
A
Door cultuurverschillen
B
Door cultuurverschillen, geloofsovertuigingen en generatieverschillen
C
Door generatieverschillen
D
Dat kan niet

Slide 8 - Quiz

Waarom zijn er zoveel jongerenculturen ontstaan?
A
De jeugd kreeg in de jaren 60 meer vrije tijd. Ze gingen zich afzetten tegen ouders en de invloed van de kerk nam af
B
Omdat er creatieve ideeën ontstonden
C
Omdat men plotseling graag in groepen bijeen kwam
D
In de jaren 60 werd de kerk minder belangrijk, daardoor kwam een beweging op gang van niet kerkelijke zaken

Slide 9 - Quiz

Wat is tolerantie?
A
Het respecteren van je familie, ondanks verschillen tussen familieleden
B
Het accepteren van elkaar, ondanks verschillen tussen mensen
C
Een gevoel van verbondenheid met de groep
D
Groepen die fel tegenover elkaar staan

Slide 10 - Quiz

Welke drie dingen zijn nodig voor een goede mening?
A
1 Feiten 2 argumenten 3 respect voor de mening van een ander
B
1 Geduld 2 Kennis 3 Informatie
C
1 Kennis 2 Aandacht 3 Geluk
D
1 Feiten 2 Aandacht 3 respect voor de mening van een ander

Slide 11 - Quiz

Op welke vier manieren leren mensen?
A
Imiteren, informatie, experimenteren, ervaring
B
Informatie, aanwijzing, ervaring, experiment
C
Nadoen, ervaring, experiment, kijken
D
Ervaring, experiment, imiteren, nadoen

Slide 12 - Quiz

Wat is een mening?
A
Dat wat waar is
B
Dat wat men vindt
C
Dat wat onwaar is
D
Dat wat men weet

Slide 13 - Quiz