herhaling 1.4/1.5/

herhaling 1.4/1.5
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

herhaling 1.4/1.5

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 
Organisme uit de vier rijken
1.1 Organisme indelen 
1.2 Plantenrijk 
1.3 Dierenrijk 
1.4 Schimmel en bacterierijk 
1.5 Voedselkringloop 
1.6 Biotechniek 

Slide 2 - Slide

1.4 Schimmel en bacterierijk 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 1.4:
  • de bouw van een schimmel cel herkennen, en alle onderdelen van de schimmel cel benoemen.
  • een correcte beschrijving geven over hoe schimmels vermeerderen.
  • de bouw van een bacterie herkennen, en alle onderdelen van de bacterie benoemen.
  • Een correcte beschrijving geven over hoe bacteriën vermeerderen en dit zelf ook uit kunnen rekenen (met of zonder rekenmachine).
  • een correcte beschrijving geven van de begrippen ‘voedselbederf’, ‘voedselvergiftiging’ en ‘conserveren’.
  • verschillende vormen van conserveren benoemen en uitleggen (met voorbeelden).













Slide 4 - Slide

Uit welke delen bestaat een schimmel?
  • Zwamvlok: netwerk van dunne draden
  • op  de zwamvlok groeien aan de bovenkant bolletjes= sporenkapsels
  • In de sporenkapsels worden sporen gemaakt
  • spore= voortplantingscel van een schimmel

Slide 5 - Slide

Paddenstoelen zijn schimmels met grote organen voor voortplanting

Slide 6 - Slide

kenmerken schimmels
  • sporen
  • eencellig (gist) of meercellig (paddestoelen)
  • reducenten = opruimers
zijn nuttig of schadelijk

Slide 7 - Slide

Hoe ziet een bacteriecel eruit?
Eén cel met drie onderdelen:
  • celwand
  • celmembraan
  • cytoplasma
Geen celkern!
DNA ligt los in cytoplasma

Slide 8 - Slide

Hoe vermeerderen schimmels en bacteriën?

Schimmels: door sporen

Bacteriën: door ongeslachtelijke voortplanting
door deling 

Slide 9 - Slide

Celdeling

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Indeling cellen
Er zijn vier duidelijk verschillende soorten cellen.
-Schimmelcel
-Dierlijke cel
-Plantencel
-Bacterie cel
Hoe herken je ze?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Conserveren
Om je eten lang te bewaren wil je het de bacteriën en schimmels zo moeilijk mogelijk maken. Door:
  • Drogen
  • verhitten
  • koelen
  • conserveermiddel toevoegen
  • vacuüm verpakken

Slide 14 - Slide

Drogen
Vocht uit voedsel halen; zo kan de reducent niet leven!

Slide 15 - Slide

Pasteuriseren
Verhitten tot 70 graden Celsius
Sommige bacteriën overleven wel!
Minder lang houdbaar

Slide 16 - Slide

Steriliseren
Verhitten tot 120 graden Celsius of meer
Alle reducenten gaan dood
Lang houdbaar!

Slide 17 - Slide

Koelen (invriezen)
Bij lage temperatuur kunnen reducenten niet voortplanten. 
In de koelkast is groei langzaam
In de vriezer is groei niet mogelijk

Slide 18 - Slide

Conserveermiddelen
Toevoegen van azijn, suiker, zout, of alcohol wat groei stopt

Slide 19 - Slide

Vacuüm verpakken
Zuurstof (lucht) uit de verpakking halen. 

Slide 20 - Slide

Schimmels & Bacteriën houden van

  • Niet té warm (100 graden) en niet té koud (0 graden)
  • Genoeg water
  • Genoeg zuurstof
  • Genoeg voedingsstoffen
  • Niet te veel zuur in de omgeving

Slide 21 - Slide

1.5 voedselkringloop

Slide 22 - Slide

Leerdoelen 1.5:
  • uitleggen wat fotosynthese is, welke stoffen hiervoor nodig zijn en welke stoffen hierbij ontstaan.
  • fotosynthese opschrijven in één zin (formule).
  • een correcte beschrijving geven van de begrippen ‘producenten’, ‘consumenten’ , ‘afvaleters’ en ‘reducenten’.
  • de rol van de bovengenoemde begrippen plaatsen in een voedselkringloop.
  • uitleggen welk verband er bestaat tussen de bovengenoemde begrippen in de voedselkringloop.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Plantencel:
Dierlijkecel:

Slide 26 - Slide

Aangegeven met pijlen
Gras -> Veldmuis -> Uil

Slide 27 - Slide

Voedselkringloop

Slide 28 - Slide

Voedselkringloop
In een voedselkringloop zie je hoe de rijken afhankelijk zijn van elkaar
Producenten: planten
Consumenten: dieren 
Consumenten 1e orde - planteneter; consumenten 2e orde- vleeseters
Afvaleters: dieren (insecten)
Reducenten: bacteriën en schimmels

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

1.6 Biotechniek

Slide 31 - Slide

1.6 Biotechniek
Biotechniek is het door mensen gebruiken van levende (= bio) wezens om ze met een bepaalde techniek (= werkwijze) voor je te laten werken.

Slide 32 - Slide

Voortplanting van gisten
Gist = eencellige schimmel


Bij gistcellen die delen ontstaat
een knop, hieruit groeit een 
nieuwe gistcel

Slide 33 - Slide

Fermentatie (gisting)
Bij fermentatie schakel je de micro-organismen niet uit, maar gebruik je ze juist om het product te conserveren.

Er treedt altijd een smaak/geurverandering op.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Voorbeelden fermentatie door gist
  1. Brood
  2. Bier, wijn
  3. Soyasaus

Slide 36 - Slide

Yoghurt:
Om yoghurt te maken voeg je twee soorten melkzuurbacteriën toe aan warme melk. 

Na een halve dag is de melk zuur en dik geworden. Vroeger – zonder koelkast in huis – was dat belangrijk, want yoghurt is langer houdbaar dan melk.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Groeien yoghurtbacteriën beter bij koelkasttemperatuur of bij kamertemperatuur?

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

www.biologiepagina.nl
VMBO 3
Ordening (geen evolutie)
Stevigheid en beweging

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide