Hoofdstuk 28

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Transitorische posten: kosten
Wanneer het moment van het maken van kosten en het moment van betaling niet gelijk vallen maken we gebruik van transitorische posten 

Slide 3 - Slide

Transitorische posten: opbrengsten

Wanneer het moment van het recht hebben op Opbrengst en het moment van Ontvangst (cash) niet gelijk vallen maken we gebruik van transitorische posten 

Slide 4 - Slide

Uitstel- of anticipatieposten 
anticipatieposten: verwerking van de kosten/opbrengsten in  de winst-en-verliesrekening vind eerder plaats  dan de werkelijke betaling/ontvangst van het bedrag 

uitstelpost:  de verwerking van de kosten/opbrengst in de winst-en-verliesrekening vindt later plaats dan de betaling/ontvangst van het bedrag. 

Slide 5 - Slide

Uitstel- en anticipatieposten: 

Slide 6 - Slide

Transitorische posten
Uitstelpost: verwerking in resultatenrekening volgt op later moment dan de betaling
Anticipatiepost: betaling volgt op later moment dan de verwerking in de resultatenrekening 

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
HLZ betaalt de leasetermijn van € 9.600 voor de digiborden jaarlijks op 1 juli vooruit. 
  • Bereken de leasekosten voor de maand juli
  • € 9.600/12 = € 800
  • Bereken de hoogte van de post vooruitbetaalde bedragen per 31 december. 
  •  € 9.600/ 2 = € 4.800  (31-12 t/m 30-6 is een half jaar) 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De post vooruitbetaalde bedragen op een balans is
A
een schuld en behoort tot lang vreemd vermogen
B
een schuld en behoort tot kort vreemd vermogen
C
een bezitting en behoort tot de vaste activa
D
een bezitting en behoort tot de vlottende activa

Slide 12 - Quiz

Vooruitontvangen bedragen
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 13 - Quiz

Nog te betalen BTW
A
vlottende activa
B
vreemd vermogen kort
C
liquide middelen
D
vreemd vermogen lang

Slide 14 - Quiz

nog te ontvangen bedragen hoort aan de creditkant van de balans
A
juist, want het is een vordering
B
niet juist, want het is een vordering
C
juist want het is een schuld
D
niet juist want het is een schuld

Slide 15 - Quiz

Je begint op 1 april met het nemen van rijlessen. Je hebt een mooie aanbieding bij rijschool RijExpress gezien, waarbij je in precies zes maanden 30 lessen volgt voor € 1.452, inclusief 21% btw. Je betaalt het gehele bedrag in één keer vooruit op 1 april. De opbrengsten zijn gelijkmatig over de maanden gespreid. Wat zijn in deze situatie de maandelijkse opbrengsten voor RijExpress?
A
€ 191,18
B
€ 200,00
C
€ 242,00
D
€ 292,82

Slide 16 - Quiz

uitleg
Je begint op 1 april met het nemen van rijlessen. Je hebt een mooie aanbieding bij rijschool RijExpress gezien, waarbij je in precies zes maanden 30 lessen volgt voor € 1.452, inclusief 21% btw. Je betaalt het gehele bedrag in één keer vooruit op 1 april. De opbrengsten zijn gelijkmatig over de maanden gespreid. Wat zijn in deze situatie de maandelijkse opbrengsten voor RijExpress?

1452 /1,21= 1200
6 maanden is 1200/6 =200 p maand

Slide 17 - Slide

Je begint op 1 april met het nemen van rijlessen. Je hebt een mooie aanbieding bij rijschool RijExpress gezien, waarbij je in precies zes maanden 30 lessen volgt voor € 1.452, inclusief 21% btw. Je betaalt het gehele bedrag in één keer vooruit op 1 april. De opbrengsten zijn gelijkmatig over de maanden gespreid. Wat is het bedrag dat op 1 juni op de post 'Vooruitontvangen bedragen' (exclusief btw) op de balans van RijExpress komt te staan?
A
€ 400,-
B
€ 600,-
C
€ 800,-
D
€ 1.200,-

Slide 18 - Quiz

uitleg
e begint op 1 april met het nemen van rijlessen. Je hebt een mooie aanbieding bij rijschool RijExpress gezien, waarbij je in precies zes maanden 30 lessen volgt voor € 1.452, inclusief 21% btw. Je betaalt het gehele bedrag in één keer vooruit op 1 april. De opbrengsten zijn gelijkmatig over de maanden gespreid. Wat is het bedrag dat op 1 juni op de post 'Vooruitontvangen bedragen' (exclusief btw) op de balans van RijExpress komt te staan?
1452 /1,21= 1200 1200/6= 200 per maand 
April, mei al gehad dus 4 maanden vooruit is 800

Slide 19 - Slide

6%- lening op 01-01-2019 €10.000
Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Bereken met welk bedrag de rekening vooruitbetaalde interest voorkomt op de balans van 31 december 2019

Slide 20 - Open question

BV Ikke sluit op 1 sep. 2021 een 3% lening af van € 10.000.
Ze moet de rente voor een jaar vooruitbetalen.
Met welk bedrag komt de post 'vooruitbetaalde interest' voor op de balans van 1 maart 2022?

Slide 21 - Open question