Paragraaf 1.3. strategische zoetwatervoorraad

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

WELKOM!

Boeken op tafel, telefoon weg. 

Tas op de grond

Planning

- Herhaling §1.2

- Uitleg §1.3

- Werken aan planning

Leerdoel 1.3

Je kunt uitleggen hoe en waarom zoetwatervoorraden worden aangelegd.

Herhalen 1.2

In het rad staan straks jullie namen. De docent stelt eerst een vraag, het rad gaat draaien en de gekozen leerling dient antwoord te geven op de vraag.

De vragen hebben betrekking op de stof van 1.2.

Par. 1.3

Toevoer + verbruik zoet water Nederland

Gevolgen klimaatverandering

• Warmere winters, meer neerslag
• Warmere zomers, droger. Als er neerslag valt, een hogere intensiteit.
• Het wordt warmer = meer verdamping, vraag naar water neemt toe (mensen, landbouw bijvoorbeeld).
• Warmer, meer verdaming is rampzalig voor veengebieden (en veendijken)

Vraag: hoe zorgen we in de toekomst voor voldoende zoet water, zodat we niet te maken hebben met tekorten? Want wat merken we nu al?

https:

Strategische watervoorraad

De droogte van afgelopen jaren laat zien hoe belangrijk het is om te zorgen voor voldoende aanbod zoet water.

Centraal: voldoende capaciteiten voor de drinkwaterproductie en zorgen voor voldoende zoet water in de bodem, zodat er voldoende waterwinpunten zijn (+ eventueel uitbreiden). 

Zuinig met water

Kwestie van maatregelen nemen op het gebied van vraag en aanbod. Maar wat voor soort maatregelen (per doelgroep anders)?

IJsselmeer

Om in de toekomst een robuuste zoetwatervoorziening te
kunnen garanderen en om goed te kunnen inspelen op 

klimaatverandering heeft de minister gekozen voor het
invoeren van een flexibel peilbeheer.

Hiermee kan bij verwachte droge perioden in de zomer
een buffervoorraad van 400 miljoen m³ zoet water in het IJsselmeer en Markermeer worden gerealiseerd. Tot het jaar 2050 is deze voorraad toereikend voor de waterbehoee in 

de omliggende regio’s.

Flexibel waterpeil. Peilverloop volgt de natuurlijke 'afvoer' + kan aangepast worden.

https:

Vragen?

vragen?

Aan de slag

Par. 1.1

2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 11

Par. 1.2

2, 3, 4, 9, 10, 11

Par. 1.3

2, 4, 5, 7, 8, 9