1V1 - 7 juni

1V1 - Maandag 7 juni
Nodig:
- Etui
- Leerboek blz. 116
- Werkboek blz. 73
- Potlood
- Papier
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1V1 - Maandag 7 juni
Nodig:
- Etui
- Leerboek blz. 116
- Werkboek blz. 73
- Potlood
- Papier

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Leerstof toetsweek
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Leerstof toetsweek


Leren:
  • Leerboek §6.1 t/m §6.4 (witte tekst)
  • Begrippen (werkboek blz. 101 t/m 104) 
  • Werkboek H6 opdracht 1abcde, 2, 3abce, 5bcdefghijklnp, 8.1, 8.2, 9 en 15
  • Lessonup + 'aantekeningen'
Hoofdstuk 6
Paragraaf 6.1 t/m 6.4

Slide 3 - Slide

NIEUW
§6.2 'De samenleving in de Vroege Middeleeuwen'

Slide 4 - Slide

Vroege middeleeuwen
500 - 1000
Motte kasteel
Late middeleeuwen
1100 - 1500
Het Muiderslot

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

aanTEKENING
In je schrift maak je een tekening van het DOMEIN.


Slide 7 - Slide

Huiswerk


Hoofdstuk 6
Opdracht 5bcdf


Vrijdag 11 juni - 3e uur
- Leerboek blz. 115 t/m 116
- Werkboek blz. 73

Slide 8 - Slide

Het rijk van Karel de Grote
Karel de Grote

Slide 9 - Slide

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen. Daarom kreeg hij hulp van edelen. 

  • Zijn trouwste edelenkregen als beloning een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Karel de Grote is de leenheer
feodalisme

Slide 10 - Slide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 11 - Slide

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 12 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een
leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding gaat over de manier waarop Karel de Grote zijn land bestuurde
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 16 - Quiz