3.3 + 3.4 water

1 / 33
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
- weet je hoeveel procent water op aarde "zoet" is
- kun je uitleggen wat de waterkringloop is

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Kenmerken van de rivier
Bovenloop
  • In de bergen
  • Bron van de rivier = smeldende gjetsjer 
  • Rivier stroom heel snel
  • Veel erosie door stenen
  • Smal riviertje

Middenloop
  • Rivier stroom minder snel
  • Daardoor sedimentatie van de zwaar verweringsmateriaal zoals grind
  • Rivier wordt steeds breder
  • Rivier begint te slingeren = meanderen 
Benedenloop
  • Stroomsnelheid van de rivier is langzaam
  • Daardoor sedimentatie van licht verweringsmateriaal zoals zand en klei
  • Rivier meanderd 
  • Brede rivier (soms wel 100m)
  • De rivier stroom de zee in = monding

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

3.4 Water in natte en droge gebieden!

Slide 14 - Slide

Water
§3.4 Water in natte en droge gebieden

Slide 15 - Slide

Lesdoelen van deze les

  1. Leg uit waarom de Afsluitdijk is aangelegd?
  2. Wanneer was de Watersnoodramp?
  3. Welk doel heeft de Deltawerken?

Slide 16 - Slide

De rivier, vriend en vijand
Piekafvoer
Wanneer er veel neerslag valt kan er wateroverlast onstaan. De rivier moet heel veel water afvoeren. Dit noemen we piekafvoer.

Tijdens piekafvoer, oftewel hoogwater, kan het water over de zomerdijk stromen.
Uiterwaard
Tijdens hoogwater, kan het water over de zomerdijk stromen. Het water stroom dan de overstroomgebied in. Dit noemen we de uiterwaard.

De uiterwaard wordt door de overstroming erg vuchtbaar. Het water laat een laagje rivierklei (slib) achter. Daarom zie je in de uiterwaarde veel boerebedrijven, maar ook fabrieken omdat rivierklei erg geschikt is voor bakstenen en dakpannen.
Zomerdijk
Lage dijk, vlak naast de rivier. 
houdt water tegen bij lage waterstanden
Winterdijk
Hoge dijk, achter de uiterwaarde. 
houdt water tegen bij hoge waterstanden.

Slide 17 - Slide

Nu in het echt

Slide 18 - Slide

Vaargeul
Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaard

Slide 19 - Drag question

Zorg om het water
Om te snappen waarom we goed moeten zorgen voor het water, moeten we eerst terug in de tijd. 

Vroeger regelmatig overstromingen in Friesland, Noord-Holland, Overijssel, Gelderland en Zeeland.


Slide 20 - Slide

Afsluitdijk 
Bouw van de afsluitdijk: 1927 - 1932  
  • Een dijk van 32 kilometer lang
  • Gebouwd om overstromingen tegen te gaan. Afsluiting Zuiderzee.

Polders:
  • Wieringermeerpolder: 1927
  • Noordoospolder: 1942
  • Flevopolder: 1955 - 1968

Het ontstaan van het IJsselmeer

Ingenieur Lely

Slide 21 - Slide

Bouw van de afsluitdijk

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

Watersnoodramp
1 februari 1953:  een zware noordwesterstorm met windkracht 12 en springtij. Het water kwam uitzonderlijk hoog, eens in de 100 jaar.

Dijken overspoelden en braken door. Hierdoor kwamen grote delen van Zeeland, maar ook delen van Zuid-Holland en Brabant, onderwater.

De overstroming had 1836 slachtoffers.




Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Deltawerken
Dijken waren niet sterk genoeg. Grootse aanpakken nodig. 
Er werd begonnen met de Deltawerken.

Doel van de deltawerken: 
De kustlijn verkorten en versterken.
Haringvlietdam
Volledig gesloten dam. Er komt geen zout water in het Haringvliet
2
Oosterscheldekering
Sluit alleen bij extreem hoge waterstand
1
Maeslantkering
De Nieuwe Waterweg kan open en dicht. Waarom? 
3
Westerschelde
Waarom is de Westerschelde open? 

Slide 26 - Slide

Water in balans
Er valt meer neerslag dan dat er water verdampt en wordt gebruikt. We spreken dan van een positief waterbalans.

Door klimaatverandering zie je dat sommige zomers een negatief waterbalans hebben.
Doordat het warmer is dan normaal en minder regen valt.
Waterbalans
Waterbalans = hoeveel water een gebied binnenkomt en hoeveel het gebied weer verlaat.

Slide 27 - Slide

Waterbalans Spanje
Spanje negatieve waterbalans:
Er verdampt meer oppervlakte-water dan dat er neerslag valt. Er dreigt een tekort aan water.

Voordelen van de stuwdammen:
  • In stuwmeren kan in de winter water worden opgevangen.
  • zomer's word dat water gebruikt.
  • Met het water kun je elektriciteit opwekken.

Slide 28 - Slide

Wat is GEEN voordelen van de stuwdammen in Spanje:
A
In de zomer kan dat water worden gebruikt voor de landbouw.
B
In stuwmeren kan in de winter veel water worden opgevangen.
C
In de zomer is er niet voldoende drinkwater
D
Met het water kun je elektriciteit opwekken.

Slide 29 - Quiz

Zorgen om water
Er is sprake van waterstress wanneer er te weinig water is voor te veel mensen. 

Door waterstress kunnen er spanningen komen tussen landen, want door de bouw van een stuwdam in ene land krijgt een ander land te weinig water.

Een oplossing voor watertekort is ontzilten. Zout water wordt dan zoet water. Dit is erg duur en kost veel energie. 

Slide 30 - Slide

Slim met water omgaan
Planten kunstmatig water geven met bijvoorbeeld grondwater noem je irrigatie.

Voordeel:
Zelfs in de woestijn is dan landbouw mogelijk.

Nadeel:
Als het grondwater op is, is het ook echt op.

Cirkel irrigatie

Slide 31 - Slide

Kun je voor altijd grondwater oppompen?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Link