6.3 Rekenen met tangens deel 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Doel van deze les:

Wat is de tangens van ∠ P?

1. tan∠P=​4​​3​​
2. tan∠P=​3​​4​​

aanliggende

rechthoekszijde

overstaande 

rechthoekszijde

langste zijde

Kijk vanuit hoek B

?

?

?

tan∠B=

1. ​5​​3​​
2. ​3​​5​​

Hoeken berekenen.

Stappenplan:

1. Je bekijkt de driehoek vanuit de hoek die je wilt weten. Welke zijde is de overstaande rechthoekszijde en welke zijde is de aanliggende rechthoekszijde?
2. Schrijf de vergelijking op die je krijgt, met de gegeven getallen op de juiste plek.
3. Bereken de gevraagde hoek. Gebruik bij het berekenen van de hoek shift+tan.
4. Rond het getal in graden af op een geheel getal, behalve indien anders gevraagd in de opgave.

Let op: De notatie is bij de tangens erg belangrijk.

Voorbeeld

Bereken hoek A.

1.

Overstaande zijde : BC

Aanliggende zijde: AC

2.

tanLA=10÷3

3.

LA = tan -1 (10 ÷ 3)=73,300…º

4.

LA=73º

Klik op de stippen voor de berekening van het voorbeeld.

tan 20 = 

? = 206 x tan 20 = 74,977...

De hoogte is dus 75m.

​206​​000​​

?

Even oefenen

Rond af op één decimaal.

tan∠Q=​PQ​​PR​​

tan40°=​PQ​​17​​

PQ=17:tan40°=20,2598...

PQ=20,3m

Even oefenen

Rond af op één decimaal.

Aan het werk

• Maken opgaven 34 t/m 37, 40 en 41. 
  
  
• Je werkt eerst 5 minuten in stilte. Voor vagen kom je naar mijn bureau. 
• Daarna werk je voor 5 - 10 minuten met overleg.
  
  
• We gaan na 15 minuten door met 6.4, dus er komen nog opgaven bij!

De sinus en cosinus

De sinus en cosinus

Sinus

Sinus

Aan het werk

• Maken opgaven 34 t/m 37, 40 en 41, 46, 47, 50 en 51 (L6 en L7)
  
  
• Je werkt eerst 5 minuten in stilte. Voor vagen kom je naar mijn bureau. 
• Daarna mag je met overleg aan de slag.