This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Quiz --> Warmte
Slide 1 - Slide
Regels voor tijdens de Quiz
- Eigennaam met maximaal 2 emoij.
- Er wordt niet gepraat tijdens een vraag en ook niet wanneer iemand anders het woord heeft.
- Juichen doe je in stilte .
- Snap je niet waarom je het fout hebt steek dan je hand!
Slide 2 - Slide
Waar of niet waar?
Slide 3 - Slide
Een koffiezetapparaat is een warmtebron
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Hout is een brandstof.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Als een lucifer brandt, ontstaat er warmte.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Aardgas wordt gemaakt uit afval-stoffen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
In een wasmachine zit een verwarmings-element.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Radiatoren worden verwarmd door rond stromend aardgas.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Om een brand te blussen, heb je zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Bij volledige verbranding van aardgas ontstaat er waterdamp en zuurstof.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Bij onvolledige verbranding van aardgas kan een giftig gas ontstaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Een brandstof heeft zuurstof nodig om te kunnen branden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Zonne-warmte bereikt de aarde door straling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Zure regen ontstaat door lucht-vervuiling met koolzuur en zuurstof.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Meerkeuzevragen
Slide 16 - Slide
Wat is een ander woord voor warmte-straling?
A
Infra-rood-straling
B
Licht-straling
C
Radio-actieve-straling
D
Rode-straling
Slide 17 - Quiz
Welk gas ontstaat er als aardgas volledig verbrandt?
A
Biogas
B
Koolstof-dioxide
C
Stikstof
D
Zuurstof
Slide 18 - Quiz
Welk apparaat werkt op chemische energie?
A
Een benzine-motor
B
Een föhn
C
Een wasmachine
Slide 19 - Quiz
Peter zet een limonade-glas omgekeerd over een brandend waxine-lichtje. Het waxine-lichtje onder het glas gaat binnen enkele tellen uit. Waarom gaat het waxine-lichtje uit?
A
De lont is op.
B
Het waxine-lichtje is op.
C
De zuurstof is op.
Slide 20 - Quiz
Hoe verplaatst warmte zich in lucht?
A
Door geleiding en straling.
B
Door straling en stroming.
C
Door stroming en geleiding.
Slide 21 - Quiz
In de zon staan een zwarte auto en een witte auto. Je meet de temperatuur in beide auto’s.
Welke uitkomst zal de meting geven?
A
In beide auto's is het even warm.
B
Het is warmer in de witte auto.
C
Het is warmer in de zwarte auto.
Slide 22 - Quiz
Een gasleiding is in brand geraakt. Om de brand te blussen draait de brandweer de gaskraan dicht. Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer weg?