Schrijfopdracht: past simple
- 2 alinea's van 4 zinnen
- Elke alinea bevat 2 bevestigende, 1 ontkennende en 1 opvulzin
Voorbeeld: (+) I traveled to Maastricht during the holiday. (+) It was a big city!
(-) I didn't like the weather. It was raining!
Klaar?
Kijk je opdracht na met het feedbackformulier