This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is persoonlijke hygiëne?
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Welke momenten moet je je handen wassen? Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn.
A
Als je de keuken binnenkomt aan het begin van je dienst of na een pauze.
B
Voordat je de gereedschappen schoonmaakt.
C
Na het wegbrengen van afval.
D
Voor het doorgeven van gerechten.
Slide 5 - Quiz
Lees de volgende stellingen en geef daarna het juiste antwoord.
Stelling I Mooie lange nagels met nagellak staat verzorgd. Dat mag in de keuken. Stelling II In de keuken draag je geen ringen. Dit is voor de veiligheid.
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Plaats hier een foto van een eerste graads brandwond.
Slide 9 - Open question
Plaats hier een foto van een derde graads brandwond
Slide 10 - Open question
Plaats hier een foto van een tweede graads brandwond.
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Kijk goed naar deze dia. En gebruik
tekstbron 3.29 Snijgereedschappen voor de juiste benamingen
Slide 13 - Slide
Welke 6 messen waren er te zien op de vorige slide
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Geef hier een korte uitleg wat je met een canneleermesje en een parisienneboor kan doen.
Slide 16 - Open question
Plaats hier een foto van een mandoline.
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Hoeveel kleuren snijplanken gebruiken we in de keuken? En welke kleur gebruiken we waarvoor?