Nederlands Toets voorbereiding

1 / 18
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
De temperatuur zal morgen in het noorden van het land dalen naar zo’n 18 graden.
B
Omdat ik mijn arm in het gips heb, kan ik niet mee naar het zwembad.
C
Tijdens mijn maatschappelijke stage in het ziekenhuis heeft Ahmed veel geleerd.
D
In onze klas werd fel gediscussieerd over de ruzie tussen Herman en Boris.

Slide 2 - Quiz

Noteer de persoonsvormen (pv) en het voegwoord (vw).

Nazli is dertig euro verloren, omdat er een gat in haar jaszak zat.
pv = a. ................. + b. .................
vw = c. .................

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Vul in.

genezen
De wond aan mijn been ....................maar heel langzaam.

Slide 6 - Open question

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Vul in.

Lijden

Door zijn gebroken poot .................... onze hond vreselijk veel pijn.

Slide 7 - Open question

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.

proosten
Iedereen ....................op het succes van sponsorloop.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Benoem het onderstreepte zinsdeel. Kies uit: persoonsvorm (pv), onderwerp (ow) of gezegde (gez.).


Met een stofzuiger heeft mijn moeder de hagelslag uit het kleed verwijderd.
A
persoonsvorm
B
gezegde
C
Onderwerp
D
voegwoord

Slide 10 - Quiz

Wat is het gezegde?
Het gezegde (gez.) bestaat altijd uit alle werkwoorden in de zin.

De persoonsvorm is een werkwoord, dus die zit altijd in het gezegde.

Het gezegde geeft aan dat iemand iets is, dat iemand iets doet of dat er iets gebeurt. 

Slide 11 - Slide


Noteer de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow) en het gezegde (gez.) van de volgende zinnen:

De serveerster heeft de koffie naar de zaal gebracht.

Slide 12 - Open question

Maak een zin waarin je het woord ‘brand’ als persoonsvorm gebruikt. De zin bestaat uit minimaal vijf
woorden.

Slide 13 - Open question

De afgelopen vier maanden eet ik iedere dag fruit. Daarnaast lust ik na het avondeten niets meer.
Ik train zo'n drie keer in de week. Mijn figuur veranderd daardoor. Ik ben nu zo'n zeven kilo
afgevallen. Maar de laatste maand ben ik niets afgevallen. Ik wordt hier echt gek van! Ik wil
namelijk nog wel wat kilootjes kwijt.

Slide 14 - Mind map

In […] start mijn favoriete dramaserie met een nieuw seizoen.
A
october
B
oktober

Slide 15 - Quiz

Bij de […] kreeg ik uitleg over de medicijnen die ik kreeg voor mijn zere keel.
A
apotheek
B
apoteek

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Etentje
Synoniem voor:
Mijn oma had 's avonds voor de hele familie een etentje georganiseerd in een goed Italiaans restaurant.

Slide 18 - Mind map