Taalontwikkeling van de peuter

• Kinderzorg
• Secundair onderwijs

pre-verbale/voortalige fase

Vroegtalige fase

differentiatie fase 

voltooiingsfase

waarom, hoe, wanneer vragen

vocaliseren

bezitten alle bouwstenen taal

tweewoordzinnen

complexere zinnen

eerste woorden

uitspraken verfijnen

inzicht in de taal

lichaamsdelen aanduiden

brabbelen

Vraagzinnen: Wat is de juiste volgorde?

A. Waar?, Hoe?, Waarom?, Wanneer?, Hoeveel?
B. vragende intonatie
C. Waarlangs?, Waarmee?, Waarin?, Waarover?
D. Wie?, Wat?, Wat-doet?

Geef de volgorde van voorkomen van de volgende zinnen:
A. Inge koek.
B. Ik wil twee koeks.
C. Fien pipi doen.
D. De vogel is wegevliegd.

Casus 1

Jasper, 2 jaar, kan al heel wat op taalvlak. Zo kan hij sinds kort zinnen maken met meerdere woorden. Soms heeft hij het wel nog moeilijk om vlot onder woorden te brengen wat hij wil zeggen. Koen, de vader van Jasper, maakt Jaspers zinnen vaak af voor Jasper de kans krijgt. Verder om de taalontwikkeling te stimuleren vraagt Els, de mama van Jasper, heel de tijd aan hem om dingen te benoemen. 

Wat zou jij voorstellen aan de ouders om anders te doen om Jasper te stimuleren in zijn taalontwikkeling?

Wat zou jij voorstellen aan de ouders om anders te doen om Jasper te stimuleren in zijn taalontwikkeling?

Casus 2

De mama van Nele komt naar jou en zegt dat Nele niet veel praat thuis. Verder zegt de mama dat ze Nele vaak moet verbeteren in haar uitspraak. Ze doet dit door te zeggen: 'Nee, Nele het is KAT in plaat van KA.' Ze probeert Nele meer te laten praten door vragen te stellen over allerlei dingen in de omgeving. 

 Nu vraagt de mama van Nele wat ze anders kan aanpakken om de taalontwikkeling te stimuleren.

Wat zou jij voorstellen aan de mama van Nele om de taalontwikkeling beter te stimuleren?

Beide talen worden aangeleerd van bij de geboorte (m.a.w. tweetalige eerste taalverwerving)

1. Additieve meertaligheid
2. Successieve meertaligheid
3. Simultane meertaligheid
4. Subtractieve meertaligheid

De thuistaal wordt als iets positiefs gezien door de omgeving. Er is voldoende stimulatie en ontwikkeling van beide talen.

1. Additieve meertaligheid
2. Successieve meertaligheid
3. Subtractieve meertaligheid
4. Simultane meertaligheid

Er is onvoldoende stimulatie en ontwikkeling van de thuistaal. Hierdoor dooft de moedertaal uit.

1. Simultane meertaligheid
2. Subtractieve meertaligheid
3. Successieve meertaligheid
4. Additieve meertaligheid

Het kind leert de tweede taal pas nadat er al een zekere verwerving is van de eerste taal.

1. Simultane meertaligheid
2. Additieve meertaligheid
3. Successieve meertaligheid
4. Subtractieve meertaligheid