Week 6 Havermoutkoekjes

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Havermoutkoekjes

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

leerling kan vertellen hoe je fruit bewaard.

leerling kan vertellen wat exotisch fruit is.

leerling kan 8 gelijke bolletjes maken.

theorie

Vorige hoofdstuk hebben we het over een wrijfdeeg gehad.

Soorten:

- Zetdeeg: stevig zodat je het kan rollen.

- Wrijfdeeg: luchtig gewreven, kan in een spuitzak.

- Roerdeeg: vloeien in de oven en zijn dun en breekbaar.

Herkennen: gebruik je zintuigen.

Zien ---> ziet het er mooi uit

Voelen ---> voelt het stevig

Ruiken ---> geen rare geurtjes

Bewaren: in de koelkast en buiten de koelkast, WAAROM??

Kunnen niet tegen de kou. 

Smaak blijft beter.

Kleur blijft goed.

Exotische en citrusvruchten buiten de koelkast.

vaktaal

Klassikaal bespreken wij de woorden en schrijf je ze op:

• Kleine stukjes
• Prakken
• Roeren
  

voorbereiding

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Materialen

• Ovenrek of bakplaat
• Bakpapier
• Bekken
• Lepel
• Vork
• Snijplank groen
• Koksmes

Ingrediënten

• Havermout 50 gram
• Banaan 1 stuks
• Pure chocolade 25 gram

uitvoeren

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

Verzamel de spullen en verwarm de oven op 180 graden

Stap 2

Hak de chocolade in kleine stukjes.

Stap 3

Prak de banaan fijn met een vork.

Stap 4

Roer de havermout en de chocolade door de banaan.

Stap 5

Maak 8 balletjes en leg ze op je bakpapier.

Stap 6

Druk de bolletjes zachtjes plat.

Stap 7

Leg je bakpapier op je ovenrek en bak ze 20 minuten af.

Stap 8

Laat de koekjes afkoelen.
Daarna eetsmakelijk.

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Opdracht

Maak de woordzoeker.
Welke groente ken jij al?

Print de woordzoeker uit de reader uit om uit te delen.

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Wat ga je de volgende keer anders doen?