Dorpskrant les 8: samenstellingen 24'


            Nederlands
Creatief schrijven & spelling
        Dorpskrant:les 8
              vwo/gym
            P2 2024-2025
timer
10:00
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


            Nederlands
Creatief schrijven & spelling
        Dorpskrant:les 8
              vwo/gym
            P2 2024-2025
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Terugblik

... je weet hoe je verwijzingen met +n of zonder -n schrijft.
...je weet welke vormen van beeldspraak er zijn.
...je weet welke stijlfiguren er zijn.
...je weet de regels voor hoofdletters.

(Waarom ook alweer? In de dorpskrant verwerk je het allemaal in de artikelen).

Slide 2 - Slide

Vooruitblik

... weet je hoe je samenstellingen moet schrijven.

(Waarom ook alweer? In de dorpskrant verwerk je 4 samenstellingen naar keuze.)

Slide 3 - Slide

Samenstellingen
Om een samenstelling te vormen, moet je soms letters tussen de woorddelen toevoegen. In het volgende overzicht vind je de regels voor deze tussenletters.

Slide 4 - Slide

schrijf -(e)n-:
Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig
naamwoord is dat alleen een meervoud op -n of -en heeft.

fiets + winkel
fietsenwinkel
lamp + kap
lampenkap

Slide 5 - Slide

schrijf geen -n-:
  • Als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft. (Voorbeeld: roggebrood, ereplaats)
  • Als het eerste deel van de samenstelling alleen een meervoud op -s heeft. (voorbeeld: aspergebed, etagewoning)
  • Als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op-s en -n heeft. ( lindebloesem, aktetas)

Slide 6 - Slide

schrijf geen -n-:
  • Als het eerste deel van de samenstelling geen zelfstandig naamwoord is. (Voorbeeld: huilebalk, rodekool).
  • Als het eerste deel van de samenstelling de betekenis van het tweede deel versterkt. (Voorbeeld: apetrots, reuzeleuk).
  • Als het eerste deel van de samenstelling een unieke persoon of zaak is. (Voorbeeld: zonnebank, Koninginnedag).
  • Als het woord niet (meer) herkenbaar is als een samenstelling. Soms lijkt een woord een samenstelling, maar is het dat nooit geweest.
(Voorbeeld: schattebout, spillebeen).

Slide 7 - Slide

schrijf -s:
Als je die klank hoort.
Als het tweede woorddeel begint met een sisklank, kun je de klank niet horen. Vervang het tweede woorddeel, zodat je hoort of je een tussen-s moet schrijven.
(Voorbeeld: dorpskern, reddingsboot, maar ook:
dorpsstraat, reddingsschip).

Slide 8 - Slide

Heb je de theorie begrepen? Ga dan verder met slide 12. Heb je het nog niet helemaal begrepen, bekijk dan het filmpje op slides 10 en 11.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

rijst+vlaai

Slide 12 - Open question

Aan de slag!
Wat? Maak slides 12 t/m 30.

Klaar? Ga dan bij jouw duo (of drietal zitten) en werk verder aan een artikel voor jullie krant. Zie slide 33.

Slide 13 - Slide

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

montage+ afdeling

Slide 14 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

ruimte+ gebrek

Slide 15 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

stad +schouwburg

Slide 16 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

plat + grond

Slide 17 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

knarsen+ tanden

Slide 18 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

geboorte + golf

Slide 19 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

dag+ raad

Slide 20 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

gerst+pap

Slide 21 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

paard+ staart

Slide 22 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

opname+ wagen

Slide 23 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

hart+ lust

Slide 24 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

verkeer+ slachtoffer

Slide 25 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

tarwe+ korrel

Slide 26 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

spin+web

Slide 27 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

slijtage+ plek

Slide 28 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

recht+ zaal

Slide 29 - Open question

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

collecte + bus

Slide 30 - Open question

Lesdoel behaald?

Ik kan de juiste regels toepassen bij het schrijven van samenstellingen.
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Aan de slag!
Pak jullie boekje van de Dorpskrant erbij. Ga naar blz..
1. Noteer vier samenstellingen die jullie gaan gebruiken in de artikelen.
2. Noteer vier verschillende regels voor hoofdletters.
3. Noteer vier verwijzingen die jullie gaan gebruiken.





Slide 33 - Slide