What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H2L 29 oktober 2018
Woordenschat
Hoofdstuk 2
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Hoofdstuk 2
Slide 1 - Slide
Wat is het verschil in betekenis tussen de woorden die tussen haakjes staan:
A. In de lente staan de (koetjes en kalfjes) heerlijk in de wei te grazen.
B. Ik vind het heerlijk om met Marieke over (koetjes en kalfjes) te praten.
Slide 2 - Open question
Wat is een vergelijking?
Geef ook een voorbeeld
Slide 3 - Open question
Metafoor
Je vervangt het object helemaal door het beeld.
Vergelijking: Van veraf is die rots (o) net een olifant (b)
Metafoor: Zullen we die olifant (b) eens beklimmen?
Slide 4 - Slide
Metafoor
Ook alle spreekwoorden en uitdrukkingen zijn metaforen:
Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
Nu komt de aap uit de mouw.
Slide 5 - Slide
Personificatie
Voorwerp, plant, dier of abstract begrip (liefde, verdriet) krijgt menselijke eigenschap:
De zon doet zijn best tevoorschijn te komen.
De toekomst lacht me tegemoet.
Slide 6 - Slide
Is de volgende zin een voorbeeld van een metafoor of een personificatie:
De camping bevond zich aan de voet van de berg.
Slide 7 - Open question
Is de volgende zin een voorbeeld van een metafoor of een personificatie:
Die engel van hiernaast heeft ons veel geholpen na de brand in de schuur.
Slide 8 - Open question
Is de volgende zin een voorbeeld van een metafoor of een personificatie:
Onze tuin snakt naar regen.
Slide 9 - Open question
Is de volgende zin een voorbeeld van een metafoor of een personificatie:
Als je moet wachten op de uitslag van een onderzoek, kruipt de tijd voorbij.
Slide 10 - Open question
Is de volgende zin een voorbeeld van een metafoor of een personificatie:
Na het slechte bericht van de dokter stak mijn vader zijn kop in het zand.
Slide 11 - Open question
Is de volgende zin een voorbeeld van een metafoor of een personificatie:
Die Citroën uit 1980 kwam hoestend en proestend op gang.
Slide 12 - Open question
Is de volgende zin een voorbeeld van een metafoor of een personificatie:
Karel kreeg op zijn vertiende eindelijk de baard in de keel.
Slide 13 - Open question
Is de volgende zin een voorbeeld van een metafoor of een personificatie:
Toen de worstelaar ging zitten, kreunde de stoel onder zijn gewicht.
Slide 14 - Open question
Zelf aan de slag
Maken opdracht 2 blz. 55
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Woordenschat h 1 en 2 havo 2
February 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 woordenschat - metafoor en personificatie (3)
December 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H2 donderdag 29 september 2022
September 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H1 maandag 3-10-2022
October 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H2 woensdag 28 september 2022
September 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ned_2h_Week2_les2
August 2020
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2havo les 14 - Fictie opdracht 1 en Spelling H2 Engelse werkwoorden
October 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H1 woensdag 28 september 2022
September 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2