week 5-1

Kapitel 3. Das ist lecker!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Kapitel 3. Das ist lecker!

Slide 1 - Slide

Die Planung 
1. Toetsweek - leerstof
2. Die Hausaufgaben
3. Grammatik - ww in de tegenwoordige tijd
4. Hören
5. Wörter lernen



Slide 2 - Slide

Leerstof toetsweek
Kapitel 2: Grammatik E - ww in de tegenwoordige tijd.
Kapitel 3: Grammatik C - ww met -d/-t of -s klank in de stam
Kapitel 3: Ein Gruppe
Kapitel 3: Woordenlijst A tm G DN-ND
Lezen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Die Hausaufgaben
Lesen B4: Aufgabe 6-8

Slide 5 - Slide

Heute - Wiederholung
Kapitel 2: Grammatik E - ww in de tegenwoordige tijd.
Kapitel 3: Grammatik C - ww met -d/-t of -s klank in de stam

Slide 6 - Slide

Werkwoorden tegenwoordige tijd
Wat weet je nog, wat zijn de regels? 
Hoe bepaal je de stam?
Welke uitgangen heb je?
Hoe maak je het voltooid deelwoord?

Slide 7 - Slide

Stam regelmatige werkwoorden

Wohen - wohn
Spielen - spiel
Machen - mach
- en aan einde weghalen

Slide 8 - Slide

Welke uitgangen heb je?

Wat is het ezelsbruggetje?
Stam eindigend op -s, z, ß, sch?
Stam eindigend op d, t?
Atmen, öffnen, rechnen, regnen, zeichnen, atmen?

Slide 9 - Slide

De basisuitgangen tegenwoordige tijd
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
(fe) e st t en t en
(fe) s t t en t en
Stam op s
-e
-t
-t

-en
-t
-en

Slide 10 - Slide

Regelmatige werkwoorden (uitzonderingen)



- stam eindigt op d, t
- stam eindigt op s, z, ß, sch
- atmen, öffnen, regnen, zeichnen, atmen
Blz 84

Slide 11 - Slide

Hoe maak je het voltooid deelwoord?

Stappen?
Stam - wat ervoor - wat erachter? Uitzonderingen?
Hoe bepaal je bij invuloefening of je voltooid deelwoord of tegenwoordige tijd moet kiezen?

Slide 12 - Slide

Regelmatige werkwoorden (uitzonderingen)

Voltooid deelwoord


ge - tanz- t
ge-arbeit-et
ge-atm-et
Blz 84

Slide 13 - Slide

Voorbeelden
Es __________ nur wenig (kosten)
Habt ihr in Deutschland _______________? (wohnen)
Warum habt ihr uns nichts zum Geburtstag _________ (schenken)
Oma ______ uns jedes Jahr mit tollen geschenken (überraschen)
Er hat gesagt, dass er es ________ hat (machen)
Er _______ jeden Abend (duschen)

Slide 14 - Slide

Antwoorden
Es  kostet nur wenig 
Habt ihr in Deutschland  gewohnt?
Warum habt ihr uns nichts zum Geburtstag  geschenkt 
Oma überrascht uns jedes Jahr mit tollen geschenken 
Er hat gesagt, dass er es gemacht hat 
Er duscht jeden Abend 

Slide 15 - Slide

Hulpwerkwoorden voltooid deelwoord
Haben und sein 

Wir verheiraten uns - wir sind verheiratet
ich reise - ich habe gereist

Slide 16 - Slide

Voltooid deelwoord of tegenwoordige tijd?

Kijk goed of er een hulpwerkwoord in de zin staat
Welke hulpwerkwoorden zijn er om een voltooid deelwoord te maken?

Slide 17 - Slide

An die Arbeit
Kapitel 3 Training und Challlenge
1 & 2- blz 170
1  - blz 171

Fertig?
Woorden stampen online


timer
10:00

Slide 18 - Slide

Hören
A2 Seite 81

Slide 19 - Slide

Die Hausaufgaben
Wörterliste A und B leren (N-D en D-N)

der Rosenkohl - de spruitjes
die Apfelsine - de sinaasappel

der Löffel - die Gabel - das Messer
das Frühstück - das Brot - das Brötchen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide