thema 3 bs 5 Het immuunsysteem

1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

basisstof 5: het imuunsysteem 
thema 3: de bloedsomloop

Slide 2 - Slide

Bedenk wat jij denkt dat het imuunsysteem met de bloedsomloop te maken heeft.

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

leg in jouw eigen woorden uit wat lichaamsvreemde stoffen zijn.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zet hier het verhaal over je witte bloedcel

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is een voorbeeld van kunstmatige immuniteit?
A
Een voorbeeld van kunstmatige immuniteit is het doen van regelmatige lichaamsbeweging.
B
Een voorbeeld van kunstmatige immuniteit is het toedienen van een vaccin.
C
Een voorbeeld van kunstmatige immuniteit is het hebben van genetische aanleg.
D
Een voorbeeld van kunstmatige immuniteit is het eten van natuurlijke voeding.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Wat is vaccinatiegraad?
A
Het aantal mensen dat allergisch reageert op vaccinaties.
B
Het percentage van de bevolking dat gevaccineerd is.
C
Het aantal verschillende vaccins dat beschikbaar is.
D
Het aantal keer dat een vaccinatie herhaald moet worden.

Slide 16 - Quiz

Wat zijn antigenen?
A
Stoffen die het lichaam zelf produceert.
B
Lichaamsvreemde stoffen die een afweerreactie kunnen opwekken.
C
Stoffen die het immuunsysteem onderdrukken.
D
Stoffen die alleen in vaccins voorkomen.

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt er bij een allergische reactie?
A
Het afweersysteem reageert overdreven op lichaamsvreemde stoffen.
B
Het lichaam wordt resistenter tegen infecties.
C
Het afweersysteem reageert niet op lichaamsvreemde stoffen.
D
Het lichaam produceert te weinig antistoffen.

Slide 18 - Quiz

Wat is de rol van antistoffen bij de bescherming tegen infecties?
A
Antistoffen stimuleren de groei van lichaamscellen.
B
Antistoffen helpen bij het transport van zuurstof.
C
Antistoffen zorgen voor de afbraak van voedingsstoffen.
D
Antistoffen binden aan lichaamsvreemde stoffen en neutraliseren ze.

Slide 19 - Quiz