Herhaling trimester 2 3MWW

1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
paasdagen
B
Paasdagen

Slide 3 - Quiz

Op een dag ... ( verliezen- tt) dokter Gryploos een patiënt, meneer Snobbe.

Slide 4 - Open question

Hij ... ( gebieden-tt) de verpleegster de dode man naar het lijkenhuisje te brengen.

Slide 5 - Open question

Een half uur later ... (hollen-tt) hij het lijkenhuisje binnen.

Slide 6 - Open question

"Meneer Snobbe, het was niet uw hart dat ... ( stilstaan -vt).

Slide 7 - Open question

Mijn uurwerk ... ( wachten- vt) even met tikken.

Slide 8 - Open question

Dat ... ( beïnvloeden -vt) mijn diagnose. Ik kom u redden! "

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Op TikTok circuleren beelden van jongeren die elkaar doen flauwvallen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin met onderschikking
C
samengestelde zin met nevenschikking

Slide 11 - Quiz

Ze geven elkaar zelfs tips hoe je dat kan doen.
HOE is ...
A
geen voegwoord
B
een ondergeschikt voegwoord
C
een nevengeschikt voegwoord

Slide 12 - Quiz

Dat is niet zonder gevaar, waarschuwt onze wetenschapsexpert Martijn.
Er staat geen voegwoord, dus is het een enkelvoudige zin.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Zuurstoftekort kan hersenschade veroorzaken en in extreme gevallen kan je zelfs in een coma belanden of overlijden.
De bijzin in deze samengestelde zin is...
A
Zuurstoftekort kan hersenschade veroorzaken
B
overlijden
C
in extreme gevallen kan je zelfs in coma belanden
D
Er is geen bijzin.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Welke relatie is er tussen 'louter een leuk technologisch experimentje' en een 'business'.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Welk synoniem staat er in de tekst voor FLINK?

Slide 18 - Open question

Welke antoniemen staan er in de zin 'Die codetaal en ook smileys werden een efficiënt middel om gevoelens te uiten in plaats van ze op te kroppen.' ... en ...

Slide 19 - Open question

Welk HOMONIEM staat er in deze zin?

Omdat je met maximaal 160 tekens toch zo veel mogelijk wilde vertellen, ontstond er een nieuwe woordenschat.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Wat werd er in de tekst het vaakst aangeduid?
A
synoniemen
B
antoniemen
C
homoniemen
D
Er zijn evenveel synoniemen als antoniemen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

'Ik SMELT voor Greta' is een voorbeeld van ...
A
een antoniem
B
een homoniem
C
een synoniem

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Welke stijlfiguur van gevoelswaarde vind je in deze tekstkader terug?
A
eufemisme
B
dysfemisme
C
minimaliseren
D
overdrijven

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Vreten is een voorbeeld van een
A
eufemisme
B
dysfemisme
C
minimaliseren
D
overdrijven

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Welke stijlfiguur van gevoelswaarde wordt hier gebruikt?
A
eufemisme
B
dysfemisme
C
minimaliseren
D
overdrijven

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

'Boven haar theewater' is een voorbeeld van een
A
eufemisme
B
dysfemisme
C
minimaliseren
D
overdrijven

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

'Uit de Eerste Wereldoorlog' is een voorbeeld van een
A
eufemisme
B
dysfemisme
C
minimaliseren
D
overdrijven

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Welke stijlfiguur komt er in deze reclame voor?

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

Welke stijlfiguur komt er in deze reclame voor?

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Slide

Welke reclametechniek komt er in deze reclame voor?

Slide 40 - Open question

Nora McClintock, Dubbel Spel
Toen ik mijn moeder vertelde dat ik naar de openbare bibliotheek ging om te studeren, was dat maar een halve leugen. ik ging echt naar de bibliotheek. Jonah kwam zo’n vijf minuten na mij aan. In plaats van naar boven te gaan voor bijles aan één van de grote werktafels, gingen we naar het kamertje in de kelder waar vier grote frisdrankautomaten en drie tafeltjes stonden. Er was niemand in het kamertje. We gingen aan één van de tafeltjes tegenover elkaar zitten en ik pakte een blocnote uit mijn tas. 
‘Goed,’ zei ik. ‘ We zullen bij het begin beginnen. Wie had iets tegen jouw moeder?’
Eerst zei Jonah niets. Hij staarde me gewoon aan. Toen zei hij: ‘Je meent het, hé?’

Uit: Nora McClintock, Dubbel Spel



Slide 41 - Slide

De ik-figuur wil in het geheim een onderzoek opstarten over de nooit helemaal opgehelderde moord op de moeder van een klasgenoot. Om daarover te praten, kiest ze een ‘geschikte’ plaats uit

Welke uitspraak is juist? ' De ruimte vertelt ...'
A
alleen iets over waar het verhaal zich afspeelt.
B
iets over het beroep, het geloof, de hobby's van het personage
C
over waar het verhaal zich afspeelt en welke sfeer er heerst.

Slide 42 - Quiz

Kristien Dieltiens, Kelderkind
De eerste jaren van mijn leven lijken in mijn herinnering vaag en bleek, als een gerimpeld vel op gekookte melk. Maar sommige dingen zal ik nooit vergeten. 

 Ik weet niet anders dan dat ik door mijn moeder werd gedragen. Ik zat op haar schoot of ze droeg me op haar arm of haar rug. De keren dat ik op mijn voeten stond, waren zeldzaam. Als ze een nieuwe broek voor me naaide, stond ik op een krukje. Ze mat de lengte van mijn benen. Haar handen waren altijd zacht en ik hield me vast aan haar schouders. Nooit kon ik vallen bij haar. Haar armen waren zachte kussens. Haar gezicht was een voortdurend veranderend landschap waar ik niet genoeg van kreeg.

Slide 43 - Slide

Welke tijdsvolgorde vind je terug in de tweede alinea in dit tekstfragment? ( 1 woord)

Slide 44 - Open question

Slide 45 - Slide

Welke spanningstechniek zie je hier?
A
sfeerschepping
B
cliffhanger
C
red herring
D
Jan Klaassensyndroom

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide

Welke spanningstechniek zie je hier?
A
sfeerschepping
B
cliffhanger
C
red herring
D
Jan Klaassensyndroom

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Slide